Bestuurders die een bv verplichtingen laten aangaan die zij nooit kunnen voldoen en de bv vervolgens failliet laten gaan (‘ploffen’) zodat crediteuren achter het net vissen, kunnen volgens Hof Arnhem-Leeuwarden alleen strafrechtelijk worden vervolgd als er sprake is van kwaadwilligheid en zelfverrijking.
In deze zaak was een man bestuurder en enig aandeelhouder van een holding-bv met twee dochter-bv’s. Ook had hij de feitelijke leiding over één van de dochter-bv’s, die personeel uitleende aan haar zuster-bv. Deze zuster-bv betaalde vervolgens haar rekeningen niet, zodat de uitlener de loonheffingen en btw niet kon betalen. Volgens de Belastingdienst was hier sprake van een plofconstructie: de man zou bewust het risico hebben gelopen dat zijn bv’s te weinig belasting zouden afdragen. Daarom wilde de fiscus de man strafrechtelijk vervolgen.
Het hof vond dat de man schuldig was aan het wanbetalersgedrag van zijn bv. Maar het hof vond ook dat de man niet strafrechtelijk moest worden vervolgd, aangezien dit volgens het hof alleen moet gebeuren om kwaadwillende belastingschuldigen aan te pakken die zich ten koste van de gemeenschap verrijken. Het hof meende dat hier geen aanwijzingen waren dat de bestuurder kwaadwillend was of zichzelf had verrijkt. Hij had weliswaar bedragen aan zijn bedrijf onttrokken, maar dit had hij gebruikt om zijn werknemers en schuldeisers te betalen en om andere belastingschulden af te lossen. Ook had de man één van zijn bedrijven verkocht om een deel van zijn belastingschuld af te lossen. Daarom ontsloeg het hof de man van alle rechtsvervolging.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 13-2-2019

De Nederlandse supermarkten hebben afgesproken dat er in 2025 20% minder verpakkingsmateriaal in de supermarkt ligt. De branche zet zich collectief in voor minder én duurzamere verpakkingen. Dit is onderdeel van een aantal ambitieuze doelstellingen die de branche heeft gesteld aan verpakkingen.
Om de doelstelling van 20% minder verpakkingsmateriaal te realiseren, wordt gestart met projecten met leveranciers van groenten en fruit. Binnen dit project wordt opnieuw gekeken naar verpakkingsmateriaal. De belangrijkste vraag is wat de functie is van de verpakking. Waar het mogelijk is en ook de duurzame oplossing is, zal verpakkingsmateriaal aanzienlijk verminderen.
Voorop staat voor bedrijven dat een duurzame keuze gemaakt wordt. Naast een forse reductie zijn de verpakkingen die in 2025 in de supermarkten liggen voor 95% recyclebaar, bestaat het plastic verpakkingsmateriaal voor 50% uit gerecycled materiaal en is papier en karton 100% gecertificeerd. De supermarkten hebben veel aandacht voor de bewustwording bij de consument. Op alle eigen merk producten staan bijvoorbeeld weggooi- of recyclingslogo’s zodat de consument kan zien hoe hij het materiaal het beste weg kan gooien.
Bron: Vakcentrum, 15-02-2019

Als men dieetkosten in aftrek wil brengen in de aangifte IB dan moet een dieetbevestiging van een arts worden overlegd. Een door een adviseur ingevulde dieetbevestiging die daarvoor blanco door de arts is ondertekend, is niet voldoende.
Een man, die aan COPD en reuma lijdt, heeft in zijn aangifte IB 2014 € 3.065 aan specifieke zorgkosten in aftrek gebracht. De opgevoerde dieetkosten en de aftrek extra uitgaven voor kleding en beddengoed zijn door de inspecteur niet geaccepteerd waardoor de man onder de wettelijke drempel voor aftrek blijft.
Bij Rechtbank Noord-Holland blijkt dat de adviseur van de man de dieetbevestiging heeft ingevuld en dat deze door zijn longarts is ondertekend. Navraag bij het ziekenhuis heeft geleerd, en dat werd ook door de man bevestigd, dat door de longarts een blanco dieetbevestiging is ondertekend. Vast staat wel dat de man onder behandeling is bij een van de longartsen. Op basis hiervan is de rechtbank van mening dat de dieetbevestiging niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Op de dieetbevestiging ontbreekt de naam van de behandelende arts en op basis van de verklaring van het ziekenhuis en ook de man zelf, is het onzeker of de arts de inhoud van de dieetbevestiging onderschrijft. Nu de man geen nadere schriftelijke onderbouwing heeft geleverd heeft de inspecteur de gevraagde aftrek voor dieetkosten terecht afgewezen.
Ten aanzien van de aftrek extra uitgaven voor kleding en beddengoed heeft de man geen bewijsstukken overlegd. Ook deze aftrek is terecht afgewezen.
Bron: Rb. Noord-Holland, 25-01-2019

Het aantal flexibele werknemers is de afgelopen vijftien jaar toegenomen van 1,1 miljoen naar bijna 2 miljoen. Het aantal zzp’ers groeide van ruim 630.000 in 2003 naar 1,1 miljoen in 2018. De grootste groepen flexwerkers zijn nu de zzp’ers die eigen diensten of arbeid aanbieden (28%) en de oproepkrachten (18%).
Er zijn veel verschillende vormen van flexwerk. De Flexbarometer, opgezet door ABU, FNV en TNO, meet er negen. De cijfers van de Flexbarometer zijn afkomstig van Statline, de databank van CBS. CBS is sinds 2017 ook partner in de Flexbarometer.
Flexwerkers kunnen zowel werknemers als zelfstandigen zonder personeel zijn. Werknemers worden gerekend tot de flexwerkers als ze geen vast contract hebben of een contract met variabele uren. Vaste werknemers zonder vaste uren zijn daarom flexwerkers. Werknemers met een tijdelijk contract die uitzicht hebben op een vast contract vallen ook onder de flexwerkers. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen werknemers met een kortlopend contract (tot een jaar) of een verbintenis van langere duur. Verder worden oproepkrachten en uitzendkrachten tot de flexibele werknemers gerekend. Ten slotte zijn er nog werknemers die een tijdelijk contract hebben zonder vaste uren.
Bij zzp’ers wordt onderscheid gemaakt tussen degenen die eigen arbeid of diensten aanbieden en degenen die producten verkopen.
In 2018 waren er ruim 3 miljoen flexwerkers (15 tot 75 jaar) in Nederland, van wie bijna 2 miljoen flexibele werknemers en bijna 1,1 miljoen zzp’ers. De meest voorkomende flexvorm is de zzp-eigen arbeid (864.000), gevolgd door de oproepkracht (539.000). De flexvormen die ten opzichte van vijftien jaar geleden naar verhouding het meest zijn toegenomen, zijn de werknemers met een vast contract zonder vaste uren, de tijdelijke werknemers zonder vaste uren en de oproepkrachten. Het aantal oproepkrachten is ruim verdubbeld. Het afgelopen jaar groeide het aantal tijdelijke werknemers met uitzicht op een vast contract het meest (12%).
Er zijn verschillende beroepsgroepen waar hoofdzakelijk flexkrachten werken. In de top vijf van beroepsgroepen met de meeste oproepkrachten staan vooral beroepen waarvoor weinig opleiding is vereist, zoals keukenhulp, kassamedewerker of vakkenvuller. Ruim 70% van de keukenhulpen is flexwerker. Dit zijn vooral oproepkrachten, ruim 40% van de keukenhulpen heeft een oproepcontract. Ook achter de bar en de kassa wordt veel gebruikgemaakt van flexwerkers (respectievelijk 68% en 63%), en dan vooral van oproepkrachten. Een derde van het barpersoneel is oproepkracht, bij kassamedewerkers is dat iets minder, 3 op de 10.
De zzp’er-eigen arbeid is oververtegenwoordigd in de creatieve beroepen als auteur en taalkundige en uitvoerend kunstenaar. Van de auteurs en taalkundigen is 66% zzp’er-eigen arbeid.
Oproepkrachten zijn de jongste flexwerkers. De gemiddelde leeftijd is 27 jaar. Bij uitzendkrachten en tijdelijke werknemers met uitzicht op vast ligt de gemiddelde leeftijd met 37 jaar en 34 jaar een stuk hoger. Zzp’ers behoren juist vaker tot de oudere leeftijdsgroepen, 59% is 45 jaar of ouder. De zzp’er-eigen arbeid is gemiddeld 46 jaar.
Bron: CBS 14-02-2019

Het kabinet wil dat nog dit jaar een einde komt aan de mogelijkheid die de Belastingdienst heeft om overheidsvorderingen te innen van mensen met problematische schulden. De fiscus kan nu nog maandelijks automatisch bedragen tot € 500 afschrijven, maar dit brengt veel mensen in de problemen.
De huidige wijze van het innen van overheidsvorderingen door de fiscus leidt er vaak toe dat mensen met schulden te weinig geld overhouden om van te leven. Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gezegd dat het niet mag gebeuren dat mensen door toedoen van de overheid nog dieper in de problemen komen. Daarom wil zij – samen met de staatssecretaris Snel van Financiën en minister Dekker voor Rechtsbescherming – op korte termijn een eind maken aan de huidige werkwijze.
Verder wil het kabinet een einde maken aan het beslag op toeslagen, want ook dit is voor mensen met schulden een probleem. Op termijn moet de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet hierin voorzien. Maar omdat de bewindslieden willen dat de genoemde problemen al op korte termijn worden opgelost, zullen daarnaast tussenmaatregelen worden genomen. Eén van deze maatregelen is de verhoging van de beslagvrije voet bij jongeren. Momenteel is hun beslagvrije voet gebaseerd op de bijstandsnorm voor jongeren, maar deze is in een aantal situaties te laag om in het levensonderhoud te kunnen voorzien.
Bron: SZW, 13-2-2019

Wie gebruik wil maken van de inkeerregeling moet dit wel goed doen. Een anonieme melding van de intentie om in te keren, volstaat echt niet.
Een echtpaar met verzwegen buitenlandse bankrekeningen besluiten om de bankrekeningen wel op te geven in hun aangifte over 2013. De inspecteur vraagt hen in het kader van het project ‘vermogen in het buitenland (stille inkeer)’ om nadere informatie over deze rekeningen. Nadat hij deze informatie heeft verkregen, legt hij aan het echtpaar navorderingsaanslagen over de jaren 2004 – 2012 op inclusief boetes.
Het echtpaar gaat in beroep. Zij stellen dat zij hebben ingekeerd, want hun gemachtigde heeft eind 2011 in een brief aan de Belastingdienst op anonieme basis melding gedaan van hun intentie tot vrijwillige verbetering. De rechtbank ziet deze brief echter niet als start van de inkeerprocedure, daar hun namen onbekend waren gebleven. Ook vermelde de brief geen andere informatie die is te vergelijken met een juiste aangifte of juiste informatie. Het echtpaar komt nog met een aangetekende brief van 27 februari 2012 op de proppen, maar ze kunnen niet aannemelijk maken dat de fiscus deze brief heeft ontvangen. Het verzendbewijs bevat geen datum en stempel van het postbedrijf. Volgens de rechtbank kan het echtpaar dus geen beroep doen op de inkeerregeling.
Bron: Rb. Gelderland 30-01-2019

MKB-Nederland pleit ervoor dat de wet zo wordt aangepast dat kleinzakelijke gebruikers van bijvoorbeeld energie of andere diensten dezelfde bescherming krijgen als consumenten. De ondernemersorganisatie reageert hiermee op de vele klachten van ondernemers die door misleidende (telefonische) verkooptechnieken overstappen van leverancier en vervolgens vastzitten aan dure contracten en hoge opzegboetes. De ondernemersorganisatie wil dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) ook bij klachten van zzp’ers en kleine ondernemers kan gaan optreden.
Voor consumenten is het een en ander geregeld om hen te beschermen tegen agressieve verkooptechnieken. Consumenten kunnen aanspraak maken op een bedenktijd van 14 dagen, het contract moet schriftelijk worden afgesloten en er geldt een lage boete bij vroegtijdig overstappen van leverancier. Voor ondernemers, waaronder zzp’ers, is die bescherming er niet. Een simpel ‘ja’ in een (gemanipuleerd) telefoongesprek volstaat.
Volgens MKB-Nederland hebben kleine ondernemer tot zo’n tien man personeel en zzp’ers bij de inkoop van energie, telecom of andere generieke diensten doorgaans net zoveel kennis van de gehanteerde bewuste misleiding als een gemiddelde consument. Dit in combinatie met het gebrek aan bescherming leidt makkelijk tot misbruik. Voor de telecomsector zijn vorig jaar al maatregelen genomen, maar volgens de ondernemersorganisatie verschuift hierdoor de problematiek naar andere diensten zoals energie.
Bron: MKB-Nederland 12-02-2019

Als een 92-jarige samen met één of meer kinderen een maatschapsovereenkomst sluit met als voornaamste doel om in de toekomst gebruik te kunnen maken van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de schenk- en erfbelasting, is de hoge leeftijd van de bejaarde onvoldoende reden om aan te nemen dat er sprake is van schijnhandelingen. Tot dit oordeel kwam Rechtbank Noord-Nederland.
Een hoogbejaarde vrouw, geboren in 1918, verpachtte van 1976 tot 1 mei 2010 ruim 57 hectare landbouwgronden aan haar zoon, die in de vorm van een eenmanszaak een akkerbouwbedrijf exploiteerde. Op 1 mei 2010 gingen de vrouw, haar zoon en twee andere kinderen van de vrouw echter een maatschap aan. De zoon bracht zijn onderneming in, zijn moeder het gebruik en genot van de landerijen die zij in eigendom had. Vanaf 2011 verpachtte de vrouw haar landbouwgronden aan de maatschap. Op grond van het maatschapscontract kreeg de zoon 40% van de winst; zijn moeder en haar twee andere kinderen kregen ieder 20% van de winst.
Volgens de inspecteur was het aangaan van de maatschap een schijnhandeling, gelet op de hoge leeftijd van de vrouw en gezien het feit dat zij 34 jaar lang uitsluitend aan vermogensbeheer had gedaan. De rechtbank was het echter niet met de inspecteur eens. De maatschap was in civielrechtelijke zin tot stand gekomen en de uitgevoerde rechtshandelingen waren in overeenstemming met de maatschapsovereenkomst. Dat de moeder en haar kinderen in de toekomst wellicht de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de schenk- en erfbelasting zullen toepassen, deed hier volgens de rechtbank niets aan af. Ook de hoge leeftijd van de vrouw was niet relevant.
Bron: Rb. Noord-Nederland 24-1-2019

Nieuwe loonafspraken bedroegen in januari gemiddeld 2,71%, het hoogste maandgemiddelde sinds de financiële crisis van ruim tien jaar geleden. Het januari-cijfer is ook aanzienlijk hoger dan het maandgemiddelde van december (2,5%) en een voortzetting van de opwaartse trend in loonafspraken die al anderhalf jaar gaande is.
Terwijl de loonafspraken verder oplopen, vlakt volgens het Centraal Planbureau de economische groei inmiddels af. Volgens de werkgeversvereniging is dat een normaal verschijnsel: cao-afspraken reageren vertraagd op de economie. Als de economie begint te groeien, duurt het enige tijd voordat de cao-afspraken oplopen, als de economie stagneert, stijgen de cao-afspraken nog enige tijd door.
Op dit ogenblik worden de hoogste loonafspraken gemaakt in de zorg, terwijl groothandel en financiële dienstverlening hekkensluiter zijn.
In 2019 lopen in totaal 410 cao’s af voor 3 miljoen werknemers. Daarvan zijn er in januari nog maar acht vernieuwd. Omdat in 2018 74 afgelopen cao’s nog niet zijn vernieuwd, kan het aantal nieuwe cao’s in 2019 hoger uitkomen dan 410.
Bron: AWVN 15-02-2019

Er komt nog dit jaar een einde aan het toepassen van overheidsvorderingen door de Belastingdienst bij mensen met problematische schulden. Dit schrijft staatssecretaris Van Ark in een brief aan de Tweede Kamer. Met enkele tussenmaatregelen wil het kabinet de periode tot de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet overbruggen.
Momenteel mag de Belastingdienst in geval van overheidsvorderingen automatisch bedragen tot € 500 afschrijven van de rekening van een belastingschuldige. Voor mensen met schulden is dat een groot probleem. Zij kunnen hierdoor te weinig geld overhouden om van te leven. Daarom wil het kabinet nog dit jaar maatregelen doorvoeren om deze ongewenste situatie te voorkomen.
Een ander probleem voor mensen met schulden is het beslag op toeslagen. Daarom gaat de Belastingdienst kijken naar het buiten werking stellen van deze vorm van beslag.
Naast deze genoemde maatregelen zal de Belastingdienst ook kijken naar het met terugwerkende kracht versoepelen van haar incassobeleid. Een andere belangrijke tussenmaatregel is de ophoging van de beslagvrije voet bij jongeren. Voor hen geldt op dit moment een beslagvrije voet die is gebaseerd op de bijstandsnorm voor jongeren. In de wet vereenvoudiging beslagvrije voet is geconstateerd dat de op die manier vastgestelde beslagvrije voet in een aantal situaties onvoldoende is om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Daarom wordt voor jongeren deze wijziging versneld ingevoerd.
Aan gemeenten wordt, vooruitlopend op de nieuwe wet, gevraagd om voortaan bij de verrekening van schulden met een bijstandsuitkering een beslagvrije voet te hanteren ter hoogte van 95% van de bijstandsnorm. Nu hanteren gemeenten soms nog een lager percentage.
Bron: Min SZW 13-02-2019