Een echtpaar probeert met een verhuurconstructie in VOF-verband (een deel van) de btw van hun in 2001 opgeleverde woning terug te halen. De opzet mislukt. Niet aannemelijk is gemaakt dat de onroerende zaak daadwerkelijk was bestemd voor een btw-belaste economische activiteit.
Een echtpaar vormde samen een VOF waarvan de economische activiteit bestond uit de verhuur van enkele kamers van het woonhuis van het echtpaar aan hun beider zoons. Voor die verhuur werd over de jaren 2007 tot en met 2011 btw-aangifte gedaan waarbij over die jaren een bedrag € 20.960 aan btw werd teruggevraagd. De verhuurinkomsten waren aangegeven als omzet en de kosten als voorbelasting. De inspecteur stelt een boekenonderzoek in, waarna hij stelt dat kamerverhuur geen btw-belaste prestatie is. Over de huurinkomsten is de VOF dus geen btw verschuldigd en de btw over de kosten kunnen dus niet in aftrek worden gebracht.
De VOF gaat tegen de naheffingsaanslag in beroep. Gesteld wordt dat de zonen als kostwinnaars worden beschouwd. Verder wordt aangevoerd dat uit een rapport van een boekenonderzoek in 2001 bleek dat het de Belastingdienst duidelijk was welke activiteiten de VOF uitoefende en dat dit bekend was bij de inspecteur.
Zowel Rechtbank Zeeland-West-Brabant als in hoger beroep Hof Den Bosch gaan niet mee met het betoog van de VOF. Niet aannemelijk is gemaakt dat de onroerende zaak was bestemd voor een met btw-belaste economische activiteit en dat die na de oplevering daadwerkelijk voor dat zakelijke doel in gebruik was genomen. Volgens de rechtbank had de VOF niet aannemelijk gemaakt dat de zonen een vergoeding hadden betaald voor de huur en/of kostgangerschap, dat het kostgangerschap uit meer zou hebben bestaan dan de verhuur van gedeelten van de onroerende zaak en dat de verhuur en/of het verstrekken van kostgangerschap plaatsvonden in het economische verkeer. Ook slaagt volgens de rechtbank het beroep op het vertrouwensbeginsel niet: de inspecteur had in 2001 geen bewust standpunt ingenomen dat sprake was van ondernemerschap. In zijn rapport had de inspecteur kort verwezen naar de verhuur van een deel van de onroerende zaak aan de zonen maar hierin werd geen standpunt ingenomen over de vraag of dit ondernemerschap voor de btw opleverde. Voor de inkomstenbelasting had de inspecteur de verhuur vanaf 2007 al niet meer aangemerkt als bron van inkomen. Hof Den Bosch bevestigd dit oordeel van de rechtbank.
Bron: Hof Den Bosch 7-06-2019 (publ. 18-10-2019)

In 2018 gebruikte 7% van de bedrijven robots. Vooral bedrijven in de industrie en researchinstellingen maakten gebruik van bijvoorbeeld lasrobots of zelfsturende voertuigen in magazijnen. Andere relatief nieuwe ICT-toepassingen als cloud-computing en 3D-printing hebben eveneens hun weg gevonden in het Nederlandse bedrijfsleven.
De cijfers komen uit een enquête van CBS onder bedrijven met tien of meer werkzame personen. Niet alle bedrijfstakken behoren tot de onderzoekspopulatie; de landbouw valt hier bijvoorbeeld niet onder.
In de industrie zette 29% van de bedrijven een industriële of service robot in. Ook researchinstellingen gebruikten relatief vaak robots (13%). In andere bedrijfstakken zoals in de onroerend goed branche, horeca en ICT-gerelateerde bedrijfstakken werd maar zeer beperkt gebruikgemaakt van robots in het bedrijfsproces.
In de industrie, de bedrijfstak waarin robots het meest werden ingezet, had de ingebruikname ervan vaak geen effect op het aantal banen. Desalniettemin hadden robots bij een kwart van de industriële bedrijven die robotica gebruikten gevolgen voor het aantal banen. Bij researchinstellingen (onderdeel van de bedrijfstak Advies en onderzoek) zorgde het gebruik van robots juist ervoor dat er meer banen bij kwamen dan er verdwenen. Robotica kwam het vaakst voor bij middelgrote bedrijven (18%). Bij de bedrijven met 10 tot 20 werkzame personen zette 4% een industriële of service robot in.
In 2018 maakte 49% van de bedrijven gebruik van de cloud. Twee jaar eerder gold dit voor 35% van de bedrijven. De meest gebruikte vormen van cloud-computing zijn database hosting en opslag van bestanden (als clouddienst). Beide clouddiensten werden in 2018 door 35% van de bedrijven gebruikt. Het gebruik van rekenkracht voor software van het bedrijf in de cloud kwam het minst vaak voor. Grotere bedrijven maken verhoudingsgewijs vaker gebruik van de cloud (78%) dan kleinere bedrijven (46%). Koplopers in cloudgebruik zijn bedrijven in de bedrijfstak informatie en communicatie.
In 2017 werd door 5% van de bedrijven gebruikgemaakt van 3D-printen. 1 op de 5 researchinstellingen gebruikte 3D-printing. Ook bij bedrijven in de industrie werd relatief veel aan 3D-printing gedaan (11%). Bij grote bedrijven(meer dan 500 werkzame personen) maakte 1 op de 10 bedrijven gebruik van een 3D-printer, terwijl dit 3% bedroeg bij kleinere bedrijven (10 tot 20 werkzame personen). 3D-printing werd vooral gebruikt voor het maken van prototypes of modellen. Voor 17% van alle researchinstellingen was dit de reden om gebruik te maken van een 3D-printer.
Bron: CBS 18-10-2019

De eigenaren van een restaurant krijgen een forse naheffingsaanslag en vergrijpboete wegens het gebruik van een afroommodule in de kassa. Zij wijzen naar ex-medewerkers die de afgeroomde omzet in eigen zak hebben gestoken, en komen met een verklaring van een medewerker die een leugendetectortest heeft afgelegd. Volgens Hof Den Bosch is dat echter geen geldig bewijsmiddel.
Bij een wokrestaurant hield de Belastingdienst een aantal boekenonderzoeken. Daarnaast vonden er ook niet aangekondigde controles plaats. Bij die controles constateerde de controlerend ambtenaar in het kassaprogramma van het restaurant een zogeheten afroommodule aan. Dit is een softwaremodule in een geautomatiseerde kassa waarmee men de omzet kan afromen door contante transacties (gedeeltelijk) te wissen. Ook zijn bij onderzoek sporen gevonden van het daadwerkelijk gebruik van de afroommodule. De Belastingdienst spreekt de eigenaren van het restaurant hierop aan. Deze wijzen echter naar twee oud-werknemers die de afroommodule zouden hebben gebruikt en de afgeroomde winst in eigen zak hebben gestopt. De afroommodule kan slechts worden gebruikt met een speciale usb-stick die wordt meegeleverd bij de aanschaf van een kassa. Per kassa is er maar één usb-stick. Volgens Hof Den Bosch is het daarom niet aannemelijk dat de leverancier de usb-stick zo maar overhandigt aan een medewerker van het restaurant.
De aandeelhouders willen een getuigenverklaring van een van de oud-werknemers overleggen. Deze werknemer zou een leugendetectortest hebben afgelegd. Maar het hof wil geen gebruik maken van deze verklaring. In het strafrecht is de toepassing van een leugendetectortest omstreden vanwege de onbetrouwbaarheid van zo’n test. Het hof ziet geen reden om in een belastingzaak anders te oordelen. Bovendien zijn de aandeelhouders aan de late kant met dit bewijsaanbod en dit is hen ook toe te rekenen. Het hof oordeelt dat de Belastingdienst de aandeelhouders terecht navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vergrijpboetes heeft opgelegd.
Bron: Hof Den Bosch 24-05-2019 (publ. 15-10-2019

Het wettelijk minimumloon wordt per 1 januari 2020 aangepast. De verhoging bedraagt ditmaal na afronding 1,1%.
Het wettelijk minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder bij een volledig dienstverband bedraagt per 1 januari 2020:
• per maand € 1653,60;
• per week € 381,60;
• per dag € 76,32.
De minimumjeugdlonen voor werknemers van 15 tot en met 20 jaar worden eveneens aangepast met 1,1%.
Bron: Min SZW 10-10-2019, 2019-0000146977 (Stcrt 2019, 56680)

Een bv hield zich bezig met het inrichten van winkels. Voor die werkzaamheden huurde zij regelmatig de eigenaar van een eenmanszaak in om zeefdrukwerkzaamheden uit te voeren. Tussen de Belastingdienst en de bv ontstond een geschil over de vraag of de ingehuurde zeefdrukker een opdrachtnemer of een werknemer van de bv was. Bepaalde omstandigheden wijzen op een dienstbetrekking. Zo blijkt de ondernemer in de praktijk steeds de arbeid persoonlijk te hebben verricht. Daarnaast was de bv bevoegd om instructies te geven.
Hof Amsterdam oordeelt dat de volgende omstandigheden echter aannemelijk maken dat geen sprake is van een dienstbetrekking:

duidelijk is dat de ingehuurde zeefdrukker niet de wil had om in dienstbetrekking te treden bij de bv;
de zeefdrukker had een grote vrijheid in de manier waarop hij de zeefdrukwerkzaamheden moest uitvoeren. Het ging de bv vooral om het resultaat;
indien het resultaat niet goed was, moest de zeefdrukker zijn opdracht in eigen tijd opnieuw doen zonder daarvoor betaald te krijgen;
de zeefdrukker mocht de werkzaamheden weigeren als hij het te druk had met zijn eigen ondernemersactiviteiten en dit was ook daadwerkelijk een paar keer voorgekomen;
op grond van de gemaakte afspraken mocht hij zich laten vervangen.

Het hof oordeelt dat gezien die omstandigheden niet is voldaan aan alle voorwaarden voor de aanwezigheid van een dienstbetrekking.
Bron: Hof Amsterdam 1-10-2019 (publ. 16-10-2019)

Vanaf 1 januari 2020 hebben ondernemers eHerkenning nodig om zelf aangifte loonheffingen te doen via de website van de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft op het Forum Salaris een handreiking gepubliceerd over de aanvraag van eHerkenning.
Ondernemers die zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel moeten vanaf 1 januari 2020 eHerkenning gebruiken om de aangifte loonheffingen via het webportaal van de Belastingdienst te kunnen doen. Tot 10 december 2019 moeten eenmanszaken nog met DigiD inloggen op Mijn Belastingdienst Zakelijk. Daarna kunnen zij ook gebruik maken van eHerkenning.
eHerkenning is persoonsgebonden en mag de ondernemer niet overdragen of delen. Wenst de ondernemer een derde te machtigen, dan kan hij dat doen door een ketenmachtiging. Met een ketenmachtiging machtigt de ondernemer een andere organisatie om namens hem aangifte te doen via Mijn Belastingdienst Zakelijk. De ondernemer hoeft in dat geval niet zelf eHerkenning aan te vragen. Wel moet hij de andere organisatie toestemming geven voor de ketenmachtiging.
De ondernemer kan eHerkenning aanvragen bij één van de leveranciers die door de overheid zijn erkend. Met het aanvragen van eHerkenning kan enkele weken gemoeid zijn. Voor het aanvragen van eHerkenning kunnen kosten in rekening worden gebracht. Op de website eherkenning.nl is een overzicht van erkende leveranciers, hun producten en tarieven beschikbaar.
Na 10 december 2019 kunnen eenmanszaken ook gebruikmaken van eHerkenning. Tot die tijd kunnen ondernemers inloggen met hun DigiD.
Bron: Forum Salaris 10-10-2019

Zelfs als een werkgever de sleutels van een bedrijfsauto beheert, kan hij fiscaal gezien deze auto ter beschikking stellen aan zijn werknemers. In beginsel moet de werkgever dan de bijtelling wegens privégebruik toepassen, tenzij hij aannemelijk maakt dat de werknemers minder dan 500 privékilometers op jaarbasis met deze auto rijden.
Een exploitant van een tankstation inclusief shop en verhuurbedrijf bezit een busje. Dit busje wordt gebruikt voor verhuur aan klanten en voor het transport van spullen tussen het tankstation en een detailhandel in levensmiddelen. Volgens de inspecteur stelt de exploitant het busje ter beschikking aan zijn werknemers. De fiscus maakt dit standpunt aannemelijk door op diverse omstandigheden te wijzen. De werkgever oefent het beheer over de autosleutels uit, maar een werknemer kan vrijelijk over het busje beschikken wanneer hij eenmaal de sleutels heeft ontvangen. De werkgever beweert dat privégebruik met het busje is verboden, maar hij heeft geen schriftelijk verbod op privégebruik opgesteld. Daarom is volgens zowel de fiscus als Hof Den Bosch sprake van terbeschikkingstelling van een auto aan werknemers. Het is vervolgens aan de werkgever om aannemelijk te maken dat het privégebruik onder de 500-kilometergrens is gebleven. Dit lukt de exploitant echter niet, mede omdat zijn werknemers geen rittenregistratie hebben bijgehouden. Het beroep op het vertrouwensbeginsel van de werkgever faalt eveneens. De Belastingdienst heeft namelijk tijdens controles in eerdere jaren al kritische opmerkingen over de administratie gemaakt. De werkgever mag daardoor niet erop vertrouwen dat een bijtelling altijd achterwege kan blijven. Het hof oordeelt dat de inspecteur terecht een correctie vanwege privégebruik van het busje heeft toegepast.
Bron: Hof Den Bosch 17-05-2019

Een op de drie (31%) technische vacatures wordt pas na zes tot twaalf maanden vervuld. Het tekort aan technici is dus nog niet verholpen. Dit blijkt uit de ROVC TechBarometer, een onderzoek uitgevoerd door ROVC.
Bij slechts 9% van de technische vacatures wordt binnen een maand iemand aangenomen. Het grootste deel wordt echter pas in de periode na één maand ingevuld. Voor 48% van de vacatures wordt de geschikte kandidaat pas gevonden na één tot zes maanden. Het nijpend tekort aan technici is het duidelijkst te zien in de vacatures die na een jaar nog openstaan, dit is maar liefst 12%.
Is de vraag dan zoveel groter dan het aanbod? De helft van de bedrijven (52%) heeft per jaar nul tot twee vacatures openstaan. Bij 21% zijn dit er zelfs zes of meer. Tot slot heeft 27% van de technische organisaties ieder jaar drie tot vijf vacatures te vervullen.  
Volgens John Huizing, directeur bij ROVC, is de concurrentie tussen bedrijven groot: teveel mensen vissen in dezelfde vijver vissen. Volgens hem is het daarom belangrijk na te denken over alternatieven. “Wilt u als organisatie alleen starters aannemen die net klaar zijn met een technische studie? Of is het bij- en omscholen van oudere personen ook een optie? Door over andere opties na te denken, vergroot u uw kansen om het juiste personeel te vinden. Daarnaast hebben bijgeschoolde werknemers de meest recente kennis in huis. Daarmee zijn ze een aanwinst voor iedere organisatie.”
Voor de ROVC TechBarometer hebben ruim 1.200 respondenten uit de technische branche antwoord gegeven op vragen over markt-, HR- en opleidingstrends binnen de techniek.
Bron: ROVC 9-10-2019

De Belastingdienst is gestart met de uitgifte van nieuwe btw-identificatienummers voor ondernemers met een eenmanszaak.
In het huidige btw-nummer van ondernemers met een eenmanszaak is hun BSN verwerkt. Dat is een inbreuk op de privacy en er ontbreekt een wettelijke grondslag voor, zo oordeelde de Autoriteit Persoonsgegevens in 2017. Daarom is de Belastingdienst gestart met het toekennen van nieuwe btw-nummers.
Vanaf 10 oktober 2019 ontvangen de eerste groep mensen met een eenmanszaak van de Belastingdienst een nieuw-identificatienummer, het btw-id. In dit nummer is niet langer het BSN verwerkt, zodat de privacy van ondernemers beter is gewaarborgd. Het nieuwe btw-id is geldig vanaf 1 januari 2020.
Ondernemers die een nieuw btw-id ontvangen hebben tot 1 januari 2020 de tijd om de noodzakelijke voorbereidingen te treffen, zoals het aanpassen van het briefpapier en het informeren van de boekhouder. Ook moeten ondernemers dit btw-id vanaf 1 januari 2020 op facturen en hun website vermelden om zich te identificeren als btw-plichtig ondernemer.
Het btw-id is alleen bedoeld als btw-identificatienummer richting klanten en leveranciers. In de communicatie met de Belastingdienst en voor de btw-aangifte moeten de ondernemers nog wel hun huidige btw-nummers gebruiken. Dit nummer, bestaande uit het BSN met de toevoeging B01 of hoger, wordt voortaan aangeduid als omzetbelastingnummer.
Bron: Belastingdienst 10-10-2019

Nederland stapt steeds sneller over op ledverlichting en ook de vraag naar nieuwe technologieën als smart lighting en human centric lighting groeit enorm. Een grote uitdaging bij het voldoen aan deze vraag is het kennisniveau van installateurs. Dat blijkt uit de vierde editie van het Nationaal LED + Elektro Trendrapport dat onlangs is gepresenteerd.
Het Nationaal LED + Elektro Trendrapport is gebaseerd op een onderzoek onder fabrikanten, installatiebedrijven, groothandels en andere bedrijven uit de verlichtingssector. Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoeksbureau Dutch New Energy Research in opdracht van vakbeurs LED + Elektro.
Het merendeel van de respondenten verwacht dat er de komende jaren meer vraag zal zijn naar smart lighting (lampen met eigen sensoren die zichzelf in of uit kunnen schakelen) en human centric lighting (lampen die inspelen op de behoeften van een specifieke gebruiker). Deze nieuwe technologieën kunnen zorgen voor lagere energiekosten en een hogere productiviteit.
De snelheid waarmee die technologieën nu opkomen betekent echter wel dat de kennis van elektriciens snel veroudert. Volgens de onderzoekers is het daarom belangrijk dat de elektrotechnische sector de komende vijf jaar stevig investeert investeren in het kennisniveau van personeel en opleidingen van vooral installateurs. Brancheorganisaties Techniek Nederland en Fedet-NLA reageren op deze uitdaging door een nieuwe cursus en erkenningsregeling Binnenverlichting te lanceren.
Bron: Techniek Nederland 11-10-2019