Loonafspraken stabiel op 1,5 procent

De loonafspraken die tot dusver in 2017 in het cao-overleg zijn gemaakt, trekken de lijn van de afgelopen jaren door. De gemiddelde afspraak komt dit jaar net boven de 1,5% uit.

Achter het gemiddelde gaat wel een iets andere verdeling over de economische sectoren schuil. De financiële dienstverlening blijft hekkensluiter (1,0%), maar een aantal andere dienstverleningssectoren zijn met een bescheiden inhaalslag bezig. Zo ‘scoren’ de sector cultuur, sport en recreatie (2,0%) en de sectoren groot- (1,7%) en detailhandel (1,6%) bovengemiddeld.
De afgelopen jaren werden in de industrie stelselmatig hogere loonafspraken gemaakt dan in de dienstverlening. Dat patroon is inmiddels verdwenen als gevolg van de veranderde omstandigheden in de economie.
In februari kwamen 16 nieuwe cao’s tot stand waaronder twee grote cao’s: de schoonmaak (81.000 werknemers) en bouw (65.000 werknemers). De gemiddelde afgesproken loonstijging in de februari-cao’s is 1,49%. Dat is vrijwel gelijk aan het gemiddelde van de afgelopen jaren. In 2017 lopen in totaal 411 cao’s af voor 2,75 miljoen werknemers.
Bron: AWVN 7-03-2017

Geen herinvoer binnen zes maanden

Bij uitvoer van een auto bestaat recht op teruggave van BPM. Wordt de auto vervolgens binnen zes maanden opnieuw in Nederland ingevoerd, dan wordt de BPM berekend op basis van de forfaitaire afschrijvingstabel. Alleen als de nieuwe eigenaar aannemelijk kan maken dat hij geen banden heeft met degene die de auto heeft uitgevoerd, kan een lager afschrijvingspercentage worden toegepast.

Een auto is op 25 november 2010 voor het eerst te naam gesteld in Nederland. Op 13 mei 2013 is de auto buiten Nederland gebracht en geregistreerd in Duitsland. In verband hiermee is een teruggave van BPM van € 3.461 verleend. Op 1 juni 2013 is de auto in Duitsland gekocht door een Nederlandse belastingplichtige die op 7 juni 2013 aangifte BPM doet voor een bedrag van € 1.075. De inspecteur legt in augustus 2014 een naheffingslaanslag BPM op aan de nieuwe eigenaar. Volgens de inspecteur is sprake van herinvoer en moet het forfaitaire afschrijvingspercentage worden gesteld op 52,833% in plaats van op 87,3% zoals door de nieuwe eigenaar is gehanteerd.
De rechtbank vindt dat de nieuwe eigenaar er in is geslaagd te bewijzen dat geen sprake is van herinvoer. De nieuwe eigenaar is niet gelieerd aan degene die de auto buiten Nederland heeft gebracht (en/of degene die het verzoek om teruggaaf heeft ingediend) en ook niet betrokken geweest bij die uitvoer en/of het teruggaafverzoek. De rechtbank acht aannemelijk dat de nieuwe eigenaar pas bij ontvangst van de naheffingsaanslag wist dat de auto eerder in Nederland geregistreerd is geweest. Eerdere registratie in Nederland kon niet worden afgeleid uit de bij de auto horende documentatie. Volgens de rechtbank gaat de onderzoeksplicht van de nieuwe eigenaar naar de herkomst van de auto niet zo ver dat hij internet moet raadplegen om informatie te vinden over het land van de eerste toelating. De nieuwe eigenaar had geen reden om er aan te twijfelen dat dat Duitsland was. De rechtbank vindt het niet nodig dat de nieuwe eigenaar, zoals de inspecteur stelt, aannemelijk moet maken dat degene die de auto destijds buiten Nederland bracht ook niet de bedoeling had de auto opnieuw in te voeren. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 29-12-2016 (publ. 16-02-2017)

Private WGA weer in trek

Private WGA-verzekeringen zijn na jaren van daling weer in trek bij werkgevers. 20% van de werkgevers die in 2016 nog bij het UWV verzekerd was, stapte per 1 januari 2017 naar een private verzekering over. Vooral grotere werkgevers maakten deze overstap. Omgekeerd maakte 17% de gang van eigenrisicodragerschap naar het UWV. Ook de private verzekeringsmarkt zelf is weer volop in beweging: een derde van de privaat verzekerde werkgevers wisselde van verzekeraar.

De beoogde marktwerking tussen publiek en privaat verzekeren voor arbeidsongeschiktheid lijkt daarmee op gang te komen, concludeert Aon het rapport ‘Marktontwikkelingen WGA-eigenrisicodragerschap’. Voor dit rapport is onderzoek gedaan onder 481 werkgevers met een gezamenlijke loonsom van € 4,7 miljard.
De nieuwe opleving lijkt vooral een gevolg van de maatregelen die minister Asscher vorig jaar nam om het hybride stelsel tussen publiek en privaat verzekeren beter te laten functioneren. Ook de markt zelf lijkt van de moeilijke jaren te hebben geleerd. Verzekeraars hebben fors geïnvesteerd in een betere ondersteuning van werkgevers bij hun verzuimaanpak. Bovendien hebben werkgevers binnen verzekeringen meer te kiezen gekregen. Het gemiddelde verschil tussen de duurste en goedkoopste verzekeringsofferte was ongeveer 48%. De Nederlandse Bank maakte onlangs bekend dat 2015 en waarschijnlijk ook 2016 een resultaatsneutraal jaar laat zien voor verzekeraars, nadat zij tussen 2011 en 2014 grote verliezen leden op dit type verzekeringen.
Grote en kleine werkgevers maken andere keuzes voor hun verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. Van de kleine werkgevers stapte slechts 7% over van het UWV naar een private verzekeraar, terwijl onder grote werkgevers meer dan een kwart (27%) die stap maakte. Bijna een vijfde (17%) van de werkgevers keerde terug naar het UWV.
Het eerstvolgende moment waarop werkgevers kunnen overstappen naar een private WGA is 1 juli a.s. Het verzoek om eigenrisicodrager te worden moet dan uiterlijk 13 weken vóór de ingangsdatum, dus voor 1 april, bij de Belastingdienst binnen zijn.
Bron: Aon 7-03-2017

Drankmuntjes en t-shirt vormden afzonderlijke prestaties

Wil er sprake zijn van samengestelde prestaties voor de btw, dan is er volgens Rechtbank Gelderland meer nodig dan dat de verschillende prestaties tezamen worden aangeboden. Willen (normaal belaste) deelprestaties delen in de (laag belaste) hoofdprestatie, dan is hier meer voor nodig.

Een stichting organiseert meerdere keren per jaar een obstacle run, een sportevenement waarbij hardlopen wordt gecombineerd met het overwinnen van diverse obstakels. Deelnemers aan de run krijgen bij inschrijving naast een startbewijs een T-shirt met opdruk. Verder kunnen ze onderweg gebruik maken van verversingspunten waar ze water kunnen krijgen en krijgen ze na afloop een foto en een drankje (bier of frisdrank) tegen inlevering van een muntje.
Na een boekenonderzoek heeft de inspecteur een naheffingsaanslag opgelegd, waarbij gecorrigeerd is voor het toegepaste verlaagde btw-tarief op de wedstrijdshirts en op de muntjes waarvoor alcohol is geleverd bij de finish. De stichting is het hier niet mee een s en gaat in bezwaar en beroep. Volgens de stichting is er sprake van één prestatie, waarop het verlaagde btw-tarief van toepassing is. De inspecteur en ook de rechtbank zijn het hier niet mee eens. Zowel de levering van het wedstrijdshirt als het biertje is een doel op zich, omdat beide prestaties zelfstandig een nuttige functie hebben, los van het meedoen aan de obstacle run. Dat deze prestaties als prettig worden ervaren, maakt niet dat zij de hoofddienst aantrekkelijker maken. Daarvoor is meer nodig, anders zouden extra prestaties vrijwel altijd het lot van de hoofddienst delen en zo van tarief veranderen. Biertje en shirt zijn dus belast tegen het normale tarief en delen niet in het verlaagde tarief van de obstacle run.
De stichting deed nog een beroep op het gelijkheidsbeginsel, maar omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel krijgt ze ook hiermee bij de rechter geen gehoor.
Bron: Rb. Gelderland 28-02-2017

Tijdelijke huisvesting uitzendkrachten: BUA van toepassing

Op grond van het BUA is de aftrek van voorbelasting uitgesloten voor onder meer het verlenen van huisvesting aan het personeel. Een uitzendbureau dat om niet huisvesting ter beschikking stelt aan haar buitenlandse uitzendkrachten meent dat in haar geval het BUA niet van toepassing is. Rechtbank Gelderland gaat daar niet in mee.

De zaak draait om de uitleg van het begrip huisvesting. Volgens het uitzendbureau is er geen sprake van huisvestiging in de zin van het BUA: de betrokkenen blijven in het land van herkomst in hun woonplaats ingeschreven staan en de huisvesting (hotels, pensions, vakantiewoningen) is slechts tijdelijk. Ook is het belang van de uitzendkrachten bij de huisvesting volstrek ondergeschikt is aan de belangen van het uitzendbureau. Daarnaast beroept het uitzendbureau zich op het Fillibeck-arrest van het EU Hof van Justitie: volgens het uitzendbureau is er sprake van bijzondere omstandigheid (specialistisch werk waar moeilijk in Nederland arbeidskrachten voor zijn te vinden, grote reisafstand en korte duur werkzaamheden) zoals bedoeld in dit arrest die maken dat in het belang van de onderneming de huisvesting werd verzorgd.
Rechtbank Gelderland volgt de redenering van het uitzendbureau niet. Volgens de rechtbank wordt in het BUA geen onderscheid gemaakt in soort huisvesting en of de huisvesting al dan niet tijdelijk ter beschikking staat aan het personeel. Er is volgens de rechtbank ook geen aanleiding om de Fillibeck-criteria toe te passen. De categorie ‘huisvesting’ is namelijk heel specifiek en als zodanig uitgesloten van aftrek, zonder dat hiervoor een nadere uitleg of invulling nodig is die ruimte geeft om de jurisprudentie van het Europese Hof toe te passen. Ook moet worden bedacht dat de Fillibeck-criteria door het Europese Hof zijn gegeven in verband met uitleg van de bepaling over de fictieve dienst en dus niet in verband met de aftrekuitsluitingen zoals vervat in het BUA. Het BUA is dus van toepassing en op grond van het BUA is de aftrek uitgesloten.
Bron: Rb. Gelderland 28-02-2017

Onderzoek naar belastingplanning en klantanonimiteit

DNB gaat onderzoek doen naar de betrokkenheid van banken bij het faciliteren van financiële constructies die de zichtbaarheid van klanten belemmeren voor overheidsinstanties.

In de Toezicht Vooruitblik 2017 heeft DNB aangekondigd het onderzoek naar de betrokkenheid van financiële instellingen bij het faciliteren van agressieve belastingplanning en klantanonimiteit in 2017 voort te zetten. Ook gaat DNB in 2017 aan de hand van een vragenlijst bij banken gegevens opvragen om integriteitsrisico’s in kaart te brengen.
In 2017 gaat DNB bij een aantal banken vervolgonderzoek doen naar de betrokkenheid bij agressieve belastingplanning en de naleving van wettelijke vereisten omtrent de integere bedrijfsvoering, cliëntenonderzoek en transactiemonitoring. DNB beoogt met dit onderzoek te bereiken dat de onderzochte banken geen activiteiten meer initiëren en de bestaande activiteiten op het gebied van agressieve belastingplanning afbouwen. Daar waar DNB constateert dat banken dergelijke activiteiten wel uitvoeren, wil DNB bereiken dat banken een juiste risicoafweging maken, hun beheersing op orde brengen en hun activiteiten en cliëntenportefeuille waar nodig herzien. DNB beoogt hiermee dat de banken de fiscale risico’s in beeld hebben en dit inzichtelijk maken in hun beleid, in de systematische risicoanalyse (SIRA) en in de cliëntendossiers. Banken moeten verder kritisch toetsen of deze risico’s passen binnen de eigen risk appetite.
DNB verwacht eind 2017 de sector te informeren over de resultaten van dit onderzoek.
Bron: DNB 23-2-2017

Pensioen in eigen beheer wordt uitgefaseerd

Het wetsvoorstel Wet Uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen en de Novelle Wet Uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen zijn op 7 maart met algemene stemmen aangenomen door de Eerste Kamer.

Vanwege het aanhouden van het wetsvoorstel en de indiening van de novelle is de ingangsdatum van de uitfasering verschoven van 1 januari 2017 naar 1 april 2017. De door de staatssecretaris eerder toegezegde coulanceperiode van drie maanden blijft bestaan, zodat de dga na invoering per 1 april tot 1 juli 2017 de tijd heeft om de pensioentoezegging ‘premievrij’ te maken (ofwel de opbouw te stoppen).
Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer heeft de staatssecretaris een tweetal conceptbesluiten met de kamerstukken meegestuurd. In het eerste conceptbesluit voor de loonbelasting is de drie maanden coulancetermijn geregeld. In een conceptbesluit voor de vennootschapsbelasting is aangegeven onder welke voorwaarden aftrek van de actiefpost voor toekomstige indexatielasten mogelijk is.
Bron: EK 7-03-2017

Onderhandelingsresultaat cao Beroepsgoederenvervoer

Na vorige week een snel onderhandelingsresultaat bij de cao Bouw & Infra, waarmee door de achterbannen van de verschillende partijen inmiddels is ingestemd, zijn deze week in een andere grote sector – het Beroepsgoederenvervoer – de onderhandelingen geëindigd in een eindbod dat de bonden aan hun leden zullen voorleggen.

Het betreft een cao met een looptijd van 3 jaar (1 januari 2017 tot en met 31 december 2019) waarbinnen de lonen op 1 juli 2017, 1 januari 2018 en 2019 met 2% zullen worden verhoogd. Tevens zal er gedurende de looptijd in drie stappen een extra trede op alle loonschalen worden gecreëerd. De vakbonden hebben aangegeven het eindbod aan hun achterban te zullen voorleggen. Vakbond FNV – die bij de vorige cao nog fors de actietrom roerde – meldt op haar website trots dat de lonen van de vrachtwagenchauffeurs de komende drie jaar 10% vooruit gaan. Daarnaast is de bond te spreken over de afspraken die in het eindbod staan over meer zeggenschap over werktijden.
Met dit eindbod komt er een einde aan de KNV-cao. Beide transport-cao’s worden samengevoegd.
Bron: TLN 8-03-2017; FNV 8-03-2017

Meer duidelijkheid over ICT-richtlijn

Sinds eind vorig jaar is de ICT (intra company transfer)-richtlijn, bedoeld voor het overplaatsen van personeel binnen het eigen concern, van kracht. Enkele grote werkgevers, VNO-NCW en AWVN hebben er op aangedrongen dat werknemers die eerst drie jaar op basis van de ICT-richtlijn vervolgens gebruik kunnen maken van de kennismigrantenregeling. Het zag er namelijk naar uit dat deze werknemers na een periode van drie jaar eerst voor zes maanden Nederland zouden moeten verlaten.

Uit informatie op de site van de IND blijkt dat een vergunning als kennismigrant, aansluitend op een intra-company vergunning van drie jaar op basis van de ICT-richtlijn, toch mogelijk is. De ICT-werknemers hoeven dus niet eerst zes maanden Nederland te verlaten. Op de site van de IND is op de pagina over de ICT-richtlijn een pdf met veel gestelde vragen opgenomen. In de antwoorden is aangegeven dat het uitgangspunt van de ICT-Richtlijn is, dat na het verblijf in Nederland de werknemer terugkeert naar de buitenlandse werkgever of een ander buiten de EU gevestigd onderdeel van de onderneming. Wel kan de werknemer na die termijn in aanmerking komen voor een nationale verblijfsvergunning. Voor de werknemer kan dan ook een vergunning op basis van de kennismigrantenregeling worden aangevraagd.
Bron: AWVN 2-03-2017

Loonaangifteketen in de prijzen

CBS, UWV en de Belastingdienst hebben op dinsdag 28 februari 2017 een internationale prijs gewonnen voor hun samenwerking binnen de loonaangifteketen. De prijs, die jaarlijks wordt toegekend door de Association of Strategic Alliance Professionals (ASAP), werd in San Diego (VS) in ontvangst genomen door ketenmanager Diantha Croese.

De jury prijst het feit dat meerdere grote overheidsorganisaties hun krachten bundelen en samenwerken in de vorm van een keten, die zich bovendien met externe partners heeft doorontwikkeld tot een systeem waarin op basis van wederzijdse afhankelijkheid intensief wordt samengewerkt. Samen met de onafhankelijke positie van de ketenmanager waren dit voor de jury de doorslaggevende factoren om de loonaangifteketen te onderscheiden met de ASAP-award.
De loonaangifteketen is al tien jaar de grootste informatieketen van de Nederlandse overheid, met als eigenaren het CBS, de Belastingdienst en UWV. In de loonaangifteketen gaat jaarlijks € 156 miljard om, zo’n 60% van de inkomsten op de totale rijksbegroting. Ieder jaar worden er 20 miljard gegevens van ongeveer 12 miljoen burgers op het gebied van werk en inkomen in één keer uitgevraagd bij werkgevers en aan verschillende afnemers beschikbaar gesteld. Daardoor besparen bedrijven op hun administratieve lasten en de overheid op de uitvoeringskosten. Burgers kunnen gemakkelijker aan hun verplichtingen voldoen en rechten claimen bij de overheid door bijvoorbeeld de voor ingevulde belastingaangifte, het voor ingevulde overzicht van het arbeidsverleden (voor de WW) en het digitale verzekeringsbericht.
CBS, UWV en Belastingdienst wonnen de prijs in de categorie ‘Individual Alliance Excellence’. Het is de eerste keer dat een publiek-publieke samenwerking de ASAP-award wint.
ASAP is een wereldwijde organisatie gewijd aan het monitoren, waarderen en bevorderen van alliantiemanagement en organisatie-overstijgende samenwerking.
Bron: UWV 1-03-2017