6 april 2017. De cao-lonen waren in het eerste kwartaal van 2017 1,4% hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2016. De toename bleef hiermee onder die van de consumentenprijzen (1,5%). Vooral bij de overheid namen de cao-lonen minder sterk toe.
Sinds de eerste helft van 2014 is de toename van de cao-lonen niet meer lager geweest dan de ontwikkeling van de inflatie. De stijging is ook minder dan alle kwartalen van 2016. In dat jaar kwam de gemiddelde stijging over het hele jaar uit op 1,9%. Vergeleken met de particuliere (+1,6%) en de gesubsidieerde sector (+1,2%), namen de lonen bij de overheid met 0,5% minder toe. Dit komt voornamelijk doordat bij de lopende overheids-cao’s in het eerste kwartaal van 2017 een lagere loonsverhoging is afgesproken dan in dezelfde periode van vorig jaar. De stijging van de contractuele loonkosten bij de overheid valt juist hoger uit dan bij de andere sectoren door de verhoging van de werkgeverspremie voor het ABP. De contractuele loonkosten (cao-lonen en werkgeverspremies) stegen met 1,6% in het eerste kwartaal van 2017. Sinds het begin van 2016 ligt de stijging van de contractuele loonkosten weer boven die van de cao-lonen. In 2017 komt dit doordat werkgevers meer bijdragen aan WAO- en WW-premies, en met name bij de overheid ook door de gestegen werkgeversbijdrage in pensioenpremies bij het ABP. Door de lagere werkgeversheffing Zorgverzekeringswet en premies bij verschillende sectorfondsen zijn de totale contractuele loonkosten minder toegenomen. Bron: CBS 6-04-2017
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-04-06 11:58:342017-04-06 11:58:36Cao-lonen blijven achter bij inflatie
4 april 2017. Met ingang van 2012 komen tewerkstelling en verblijf binnen 25 jaar na vertrek uit Nederland op de looptijd van de 30%-regeling in mindering. Tot 2012 was deze periode 10 jaar. Hof Den Bosch heeft geoordeeld dat deze kortingsregeling niet in strijd is met internationale verdragen en de Hoge Raad laat deze uitspraak in stand.
Een Nederlander woont en werkt vanaf 1 april 1993 in het buitenland. Op 2 oktober 2012 schrijft hij zich weer in Nederland in. Op 18 december 2012 treedt hij in dienst bij zijn Nederlandse werkgever. De werknemer meent dat hij recht heeft op de 30%-regeling. Hof Den Bosch oordeelt dat de 30%-regeling maximaal 8 jaar kan worden toegepast. Deze looptijd wordt gekort met perioden van eerdere tewerkstelling en eerder verblijf in Nederland, de zogenoemde kortingsregeling. Perioden van eerdere tewerkstelling en eerder verblijf in Nederland die meer dan 25 jaar voorafgaand aan de tewerkstelling zijn beëindigd worden niet in aanmerking genomen. De Hoge Raad heeft op grond van het Sopora-arrest van het Hof van Justitie geoordeeld dat de 30%-regeling en de kortingsregeling op zichzelf niet leiden tot een met het Handvest van de Grondrechten van de EU of het Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU) strijdige discriminatie en ook geen belemmering oplevert voor het vrije verkeer van werknemers in de zin van het VWEU. Dit is alleen anders indien de 30%-regeling aanleiding geeft tot een systematische en duidelijke overcompensatie. Hiervan is geen sprake volgens een eerdere uitspraak van de Hoge Raad. Ook heeft de Hoge Raad eerder geoordeeld dat de kortingsregeling ook na verlenging niet van redelijke grond is ontbloot en binnen de aan de wetgever toekomende beoordelingsvrijheid blijft. Hof Den Bosch oordeelde dat de werknemer in deze zaak ter zitting en in de stukken geen feiten naar voren heeft gebracht die leiden tot het oordeel dat voor de verlening van de periode geen objectieve en/of een onredelijke rechtvaardiging is gegeven. Hierdoor ziet het hof geen aanleiding af te wijken van de bestaande jurisprudentie. Er is geen sprake van strijd met de non-discriminatiebepalingen uit het EVRM en het IVBPR. Er is ook geen sprake van strijd met het eigendomsrecht, gewaarborgd in artikel 1 van het Eerste Protocol EVRM. De Hoge Raad oordeelt dat de door de werknemer aangevoerde middelen niet tot cassatie kunnen leiden en laat de uitspraak van het hof in stand. HR 31-03-2017
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-04-05 02:49:102017-04-05 02:49:11Hoge Raad handhaaft kortingsregeling 30%-regeling
4 april 2017. De staatssecretaris heeft vier proefprocedures over de correctie van vooraftrek van omzetbelasting met betrekking tot het privégebruik auto aangemerkt als massaal bezwaar.
In 2011 hebben jurisprudentie en een wijziging in de regelgeving inzake de correctie van vooraftrek van omzetbelasting geleid tot een grote stroom bezwaarschriften met betrekking tot het privégebruik auto. De ingediende bezwaarschriften werden automatisch aangemerkt als bezwaar tegen de btw-correcties in latere jaren. De staatssecretaris heeft vier proefprocedures over de correctie van vooraftrek van omzetbelasting met betrekking tot het privégebruik auto aangemerkt als massaal bezwaar. De procedures zijn in behandeling bij de Hoge Raad en de verwachting is dat binnen afzienbare tijd arrest wordt gewezen. Binnen zes weken nadat in deze procedures bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is beslist over de rechtsvragen, doet de inspecteur een collectieve uitspraak op bezwaar. De uitspraak wordt bekend gemaakt in de Staatscourant en op de website van de Belastingdienst. Bron: MvF 29-03-2017
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-04-05 02:49:102017-04-05 02:49:10Massaal bezwaar btw-correctie privégebruik auto
3 april 2017. De achterbannen van CNV Vakmensen en FNV die voorheen onder de KNV-cao vielen, hebben op een bijeenkomst in Utrecht op 1 april het eindbod van de werkgeversorganisaties TLN en VTT voor de cao beroepsgoederenvervoer afgewezen. De aanwezige vakbondsleden besloten dat ze binnenkort actie gaan voeren.
In de nieuwe cao worden de cao’s Goederenvervoer (KNV) en Beroepsgoederenvervoer (TLN) samengevoegd. Volgens de bonden is het eindbod vooral voor de chauffeurs die voorheen onder de KNV-cao vielen nadelig. De komende maand volgen meer informatiebijeenkomsten voor leden. Het is nog niet bekend hoe de stemming precies is in andere sectoren en of ook daar acties volgen. Bron: FD 3-04-2017
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-04-03 11:47:232017-04-03 11:47:24KNV-chauffeurs wijzen eindbod Beroepsgoederenvervoer af; acties dreigen
31 maart 2017. Een ondernemer gaat in bezwaar tegen een aanslag reclamebelasting. Zijn bezwaar richt zich tegen het feit dat voor die aanslag de WOZ-waarde van het winkelpand als uitgangspunt is genomen.
De ondernemer is gebruiker van een winkelpand. Aan het winkelpand is een openbare aankondiging aangebracht ter zake waarvan een aanslag reclamebelasting is opgelegd. De hoogte van het tarief is mede gebaseerd op de hoogte van de WOZ-waarde van het winkelpand. De ondernemer stelt dat deze heffing onverbindend is, omdat de heffingsmaatstaf hiermee afhankelijk is gesteld van het vermogen, hetgeen niet is toegestaan. De rechtbank stelt hem in het ongelijk. Uit de parlementaire geschiedenis leidt de rechtbank af dat gemeenten de waarde van de onroerende zaak als heffingsmaatstaf voor gemeentelijke belastingen kunnen hanteren. Omdat de Hoge Raad reeds heeft geoordeeld dat de WOZ-waarde een geoorloofde heffingsmaatstaf is voor de heffing van rioolrecht, is de rechtbank van oordeel dat dat zeker geldt voor een algemene belasting zoals reclamebelasting. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 23-02-2017
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-04-01 03:07:062017-04-01 03:07:07WOZ-waarde toegestaan als heffingsmaatstaf
30 maart 2017. De Eerste Kamer heeft op dinsdag 28 maart het initiatiefwetsvoorstel Beperking wettelijke gemeenschap van goederen, na stemming bij zitten en opstaan, met de kleinst mogelijke meerderheid (38 zetels) aangenomen.
Bij de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel wordt de omvang van de wettelijke gemeenschap standaard beperkt. Voorhuwelijks (privé)vermogen, erfenissen en giften vallen niet meer in de gemeenschap, maar blijven tot het privévermogen van de echtgenoten behoren. Enkel hetgeen de beide echtelieden gedurende het huwelijk hebben opgebouwd zal standaard in de gemeenschap vallen. De mogelijkheid om van het wettelijke standaard af te wijken blijft bestaan. De (aanstaande) echtgenoten kunnen voor of tijdens het huwelijk huwelijksvoorwaarden laten opmaken die een algehele gemeenschap regelen. Ook kan een schenker of erflater middels een insluitingsclausule regelen dat een schenking of nalatenschap in de algemene gemeenschap valt. Bron: Eerste Kamer 29-03-2017
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-03-31 02:37:302017-03-31 02:37:31Wetsvoorstel beperkte gemeenschap aangenomen
29 maart 2017. De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Van toepassing verklaring van de Wet minimumloon op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht.
Door deze wetswijziging gaat het wettelijk minimumloon ook gelden voor personen die tegen beloning arbeid verrichten op basis van een overeenkomst van opdracht, tenzij het gaat om mensen die fiscaal als ondernemer worden beschouwd. De wetswijziging moet ‘oneigenlijk gebruik’ van de overeenkomst van opdracht tegengaan en oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen. De Eerste Kamer nam ook een motie van het Kamerlid Rinnooy Kan (D66) aan waarin erop werd aangedrongen dat – behoudens voor fiscaal zelfstandigen – de bescherming van het minimumloon voor iedereen moet gelden, dus ook als er geen sprake is van een overeenkomst van opdracht (en ook geen arbeidsovereenkomst). Rinnooy Kan wil dat het wegcontracteren van de fictieve dienstbetrekking voor deze groep onmogelijk wordt gemaakt. Ook wordt er op aangedrongen dat er voor opdrachtgevers een eenvoudiger wijze van verificatie komt om vast te stellen of een opdrachtnemer aangemerkt kan worden als zelfstandige in fiscale zin en aldus niet valt onder de werking van de wet. Bron: Eerste Kamer 28-03-2017
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-03-30 02:47:122017-03-30 02:47:13Minimumloon bij overeenkomst van opdracht
29 maart 2017. Het kabinet is positief over de herziene Corporate Governance Code die in december 2016 is gepubliceerd. De nieuwe code legt meer nadruk op de waardecreatie van een organisatie op de lange termijn, benadrukt het belang van een transparant beloningsbeleid en onderstreept de meerwaarde van een aangename bedrijfscultuur. De wettelijke verankering van de code kan nu in gang worden gezet. De herziening is tot stand gekomen onder leiding van de Commissie Van Manen.
De herziene Corporate Governance Code vraagt onder meer aandacht voor de cultuur van een bedrijf, voor het belang van het benoemen van een lange termijnvisie die focust op duurzaamheid en voor een transparant beloningsbeleid. Daarnaast bevordert de code het verminderen van financiële bedrijfsrisico’s. Ook is in de nieuwe code meer aandacht voor diversiteit in de top van bedrijven. De benoemingstermijn van de leden van de Raad van Commissarissen wordt tot in beginsel maximaal twee keer vier jaar beperkt. De code kan rekenen op breed draagvlak binnen de sector. Zo zijn er meer dan 120 reacties binnengekomen en verwerkt van betrokken partijen zoals Vereniging van Effectenbezitters (VEB), Eumedion, Euronext, FNV en CNV, de Vereniging van Effecten Uitgevende Ondernemingen (VEUO) en VNO-NCW. In overleg met het bedrijfsleven, zal het kabinet de herziene Code verankeren in de wet. Dit ter vervanging van de huidige Code Frijns die in 2008 is vastgesteld. Het wetsvoorstel dat dit vormgeeft zal binnenkort worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Na de wettelijke verankering zal de naleving van de Corporate Governance Code worden gemonitord door een ingestelde overheidscommissie. Beursgenoteerde bedrijven moeten dan in hun bestuursverslag rapporteren over de wijze waarop ze de Code naleven. Het is vervolgens aan de algemene vergadering om het bedrijf aan te spreken op de naleving ervan. Bron: Min EZ 24-03-2017
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-03-30 02:47:112017-03-30 02:47:12Nieuwe wetgeving Corporate Governance Code
29 maart 2017. Een vergoeding voor gereden zakelijke kilometers boven de vrijgestelde kilometervergoeding van € 0,19 is belast loon. De rechter waagt zich niet aan beoordeling van de redelijkheid en billijkheid van die wettelijke regel.
Een accountmanager/dierenartsbezoeker werkt sinds 1979 bij zijn werkgever. Hij heeft zelf een auto aangeschaft en rijdt zowel zakelijke als privékilometers. De werkgever vergoedt de zakelijke kilometers tegen € 0,31 per kilometer, waarbij hij € 0,12 als belastbaar loon aanmerkt en hierover loonheffingen afdraagt. In zijn aangifte inkomstenbelasting geeft de accountmanager € 5.673 aan als aftrekbaar bedrag aan scholingsuitgaven. In de omschrijving vermeldt hij dat het geen studiekosten zijn, maar de belaste kilometervergoeding. Het betreft geen inkomsten, maar gemaakte kosten om zijn werk te blijven verrichten. De inspecteur accepteert de aftrek van scholingsuitgaven niet. De rechtbank overweegt dat de werkgever de kilometervergoeding boven de € 0,19 op grond van de Wet LB 1964 terecht als belastbaar loon aangemerkt. De stelling van de accountmanager dat de wet onbillijk is, kan hem niet baten. De rechtbank is niet bevoegd op grond van redelijkheid en billijkheid de juiste wetstoepassing achterwege te laten. De rechtbank moet volgens de wet rechtspreken en mag nooit de innerlijke waarde of billijkheid van de wet beoordelen. Er is geen sprake van discriminatie tussen het geval van de accountmanager en werknemers met een leaseauto, omdat deze gevallen zowel feitelijk als juridisch niet aan elkaar gelijk zijn. Ook een beroep op het vertrouwensbeginsel ten aanzien van de aangifte inkomstenbelasting, waarbij aftrek in eerdere jaren wel is geaccepteerd kan de accountmanager niet baten. De aangiften over eerdere jaren zijn niet gecontroleerd en er is geen sprake van een bewuste standpuntbepaling van de inspecteur. Het hof sluit zich bij de overwegingen van de rechtbank aan. Bron: Hof Den Bosch 20-01-2017; Rb. Zeeland-West-Brabant 3-09-2015
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-03-29 12:06:102017-03-29 12:06:10Bovenmatige kilometervergoeding belast loon
Transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte
27 maart 2017. De regeling voor transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte gaat op de schop. Niet dat de werknemer dit zal merken – hij/zij behoudt gewoon recht op de vergoeding – maar de werkgever krijgt een compensatie via het UWV. Dit is een van de voorstellen uit een vorige week ingediend wetsvoorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De kosten van die compensatie worden volgens het voorstel dan gedragen door alle werkgevers, via de uniforme premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds. De Raad van State heeft kritisch geadviseerd over dit voorstel. De Raad vraagt zich waarom niet is teruggegaan naar de situatie voor de Wet werk en zekerheid: geen vergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte. Nu wordt de oorzaak van het probleem voor werkgevers (cumulatie van de kosten van loondoorbetaling en transitievergoeding) niet aangepakt, maar slechts de kosten verdeeld over alle werkgevers. Ook verwacht de Raad van State hoge uitvoeringskosten. Een ander voorstel uit het wetsvoorstel is dat geen transitievergoeding hoeft te worden betaald bij ontslag om bedrijfseconomische redenen, als in de cao een vervangende voorziening is opgenomen. Hier verwacht de Raad van State een toename aan procedures. Want wanneer is sprake van een vervangende voorziening. En wat als een cao niet algemeen verbindend is verklaard? In dat geval zou een werknemer die geen lid is van een vakbond die partij is bij de cao niet gehouden zijn aan die vervangende cao-bepalingen en aanspraak kunnen maken op de wettelijke transitievergoeding. Bron: TK 2016-2017, 34 699, nrs. 2, 3 en 4
https://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.png00Burgers Accountants en Adviseurshttps://www.burgersaccountants.nl/wp-content/uploads/2016/01/burgers-logo-300x92.pngBurgers Accountants en Adviseurs2017-03-28 02:52:192017-03-28 02:52:20Transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte
Onze website gebruikt cookies. Als u verder gaat op onze website, gaat u akkoord met het gebruik hiervan. OK
Privacy & Cookies
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these cookies, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are as essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may have an effect on your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Cao-lonen blijven achter bij inflatie
Cao-lonen blijven achter bij inflatie
Sinds de eerste helft van 2014 is de toename van de cao-lonen niet meer lager geweest dan de ontwikkeling van de inflatie. De stijging is ook minder dan alle kwartalen van 2016. In dat jaar kwam de gemiddelde stijging over het hele jaar uit op 1,9%.
Vergeleken met de particuliere (+1,6%) en de gesubsidieerde sector (+1,2%), namen de lonen bij de overheid met 0,5% minder toe. Dit komt voornamelijk doordat bij de lopende overheids-cao’s in het eerste kwartaal van 2017 een lagere loonsverhoging is afgesproken dan in dezelfde periode van vorig jaar. De stijging van de contractuele loonkosten bij de overheid valt juist hoger uit dan bij de andere sectoren door de verhoging van de werkgeverspremie voor het ABP.
De contractuele loonkosten (cao-lonen en werkgeverspremies) stegen met 1,6% in het eerste kwartaal van 2017. Sinds het begin van 2016 ligt de stijging van de contractuele loonkosten weer boven die van de cao-lonen. In 2017 komt dit doordat werkgevers meer bijdragen aan WAO- en WW-premies, en met name bij de overheid ook door de gestegen werkgeversbijdrage in pensioenpremies bij het ABP. Door de lagere werkgeversheffing Zorgverzekeringswet en premies bij verschillende sectorfondsen zijn de totale contractuele loonkosten minder toegenomen.
Bron: CBS 6-04-2017
Hoge Raad handhaaft kortingsregeling 30%-regeling
Hoge Raad handhaaft kortingsregeling 30%-regeling
Een Nederlander woont en werkt vanaf 1 april 1993 in het buitenland. Op 2 oktober 2012 schrijft hij zich weer in Nederland in. Op 18 december 2012 treedt hij in dienst bij zijn Nederlandse werkgever. De werknemer meent dat hij recht heeft op de 30%-regeling.
Hof Den Bosch oordeelt dat de 30%-regeling maximaal 8 jaar kan worden toegepast. Deze looptijd wordt gekort met perioden van eerdere tewerkstelling en eerder verblijf in Nederland, de zogenoemde kortingsregeling. Perioden van eerdere tewerkstelling en eerder verblijf in Nederland die meer dan 25 jaar voorafgaand aan de tewerkstelling zijn beëindigd worden niet in aanmerking genomen. De Hoge Raad heeft op grond van het Sopora-arrest van het Hof van Justitie geoordeeld dat de 30%-regeling en de kortingsregeling op zichzelf niet leiden tot een met het Handvest van de Grondrechten van de EU of het Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU) strijdige discriminatie en ook geen belemmering oplevert voor het vrije verkeer van werknemers in de zin van het VWEU. Dit is alleen anders indien de 30%-regeling aanleiding geeft tot een systematische en duidelijke overcompensatie. Hiervan is geen sprake volgens een eerdere uitspraak van de Hoge Raad. Ook heeft de Hoge Raad eerder geoordeeld dat de kortingsregeling ook na verlenging niet van redelijke grond is ontbloot en binnen de aan de wetgever toekomende beoordelingsvrijheid blijft. Hof Den Bosch oordeelde dat de werknemer in deze zaak ter zitting en in de stukken geen feiten naar voren heeft gebracht die leiden tot het oordeel dat voor de verlening van de periode geen objectieve en/of een onredelijke rechtvaardiging is gegeven. Hierdoor ziet het hof geen aanleiding af te wijken van de bestaande jurisprudentie. Er is geen sprake van strijd met de non-discriminatiebepalingen uit het EVRM en het IVBPR. Er is ook geen sprake van strijd met het eigendomsrecht, gewaarborgd in artikel 1 van het Eerste Protocol EVRM. De Hoge Raad oordeelt dat de door de werknemer aangevoerde middelen niet tot cassatie kunnen leiden en laat de uitspraak van het hof in stand.
HR 31-03-2017
Massaal bezwaar btw-correctie privégebruik auto
Massaal bezwaar btw-correctie privégebruik auto
In 2011 hebben jurisprudentie en een wijziging in de regelgeving inzake de correctie van vooraftrek van omzetbelasting geleid tot een grote stroom bezwaarschriften met betrekking tot het privégebruik auto. De ingediende bezwaarschriften werden automatisch aangemerkt als bezwaar tegen de btw-correcties in latere jaren. De staatssecretaris heeft vier proefprocedures over de correctie van vooraftrek van omzetbelasting met betrekking tot het privégebruik auto aangemerkt als massaal bezwaar. De procedures zijn in behandeling bij de Hoge Raad en de verwachting is dat binnen afzienbare tijd arrest wordt gewezen. Binnen zes weken nadat in deze procedures bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is beslist over de rechtsvragen, doet de inspecteur een collectieve uitspraak op bezwaar. De uitspraak wordt bekend gemaakt in de Staatscourant en op de website van de Belastingdienst.
Bron: MvF 29-03-2017
KNV-chauffeurs wijzen eindbod Beroepsgoederenvervoer af; acties dreigen
KNV-chauffeurs wijzen eindbod Beroepsgoederenvervoer af; acties dreigen
In de nieuwe cao worden de cao’s Goederenvervoer (KNV) en Beroepsgoederenvervoer (TLN) samengevoegd. Volgens de bonden is het eindbod vooral voor de chauffeurs die voorheen onder de KNV-cao vielen nadelig. De komende maand volgen meer informatiebijeenkomsten voor leden. Het is nog niet bekend hoe de stemming precies is in andere sectoren en of ook daar acties volgen.
Bron: FD 3-04-2017
WOZ-waarde toegestaan als heffingsmaatstaf
WOZ-waarde toegestaan als heffingsmaatstaf
De ondernemer is gebruiker van een winkelpand. Aan het winkelpand is een openbare aankondiging aangebracht ter zake waarvan een aanslag reclamebelasting is opgelegd. De hoogte van het tarief is mede gebaseerd op de hoogte van de WOZ-waarde van het winkelpand. De ondernemer stelt dat deze heffing onverbindend is, omdat de heffingsmaatstaf hiermee afhankelijk is gesteld van het vermogen, hetgeen niet is toegestaan. De rechtbank stelt hem in het ongelijk. Uit de parlementaire geschiedenis leidt de rechtbank af dat gemeenten de waarde van de onroerende zaak als heffingsmaatstaf voor gemeentelijke belastingen kunnen hanteren. Omdat de Hoge Raad reeds heeft geoordeeld dat de WOZ-waarde een geoorloofde heffingsmaatstaf is voor de heffing van rioolrecht, is de rechtbank van oordeel dat dat zeker geldt voor een algemene belasting zoals reclamebelasting.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 23-02-2017
Wetsvoorstel beperkte gemeenschap aangenomen
Wetsvoorstel beperkte gemeenschap aangenomen
Bij de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel wordt de omvang van de wettelijke gemeenschap standaard beperkt. Voorhuwelijks (privé)vermogen, erfenissen en giften vallen niet meer in de gemeenschap, maar blijven tot het privévermogen van de echtgenoten behoren. Enkel hetgeen de beide echtelieden gedurende het huwelijk hebben opgebouwd zal standaard in de gemeenschap vallen.
De mogelijkheid om van het wettelijke standaard af te wijken blijft bestaan. De (aanstaande) echtgenoten kunnen voor of tijdens het huwelijk huwelijksvoorwaarden laten opmaken die een algehele gemeenschap regelen. Ook kan een schenker of erflater middels een insluitingsclausule regelen dat een schenking of nalatenschap in de algemene gemeenschap valt.
Bron: Eerste Kamer 29-03-2017
Minimumloon bij overeenkomst van opdracht
Minimumloon bij overeenkomst van opdracht
Door deze wetswijziging gaat het wettelijk minimumloon ook gelden voor personen die tegen beloning arbeid verrichten op basis van een overeenkomst van opdracht, tenzij het gaat om mensen die fiscaal als ondernemer worden beschouwd. De wetswijziging moet ‘oneigenlijk gebruik’ van de overeenkomst van opdracht tegengaan en oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen.
De Eerste Kamer nam ook een motie van het Kamerlid Rinnooy Kan (D66) aan waarin erop werd aangedrongen dat – behoudens voor fiscaal zelfstandigen – de bescherming van het minimumloon voor iedereen moet gelden, dus ook als er geen sprake is van een overeenkomst van opdracht (en ook geen arbeidsovereenkomst). Rinnooy Kan wil dat het wegcontracteren van de fictieve dienstbetrekking voor deze groep onmogelijk wordt gemaakt. Ook wordt er op aangedrongen dat er voor opdrachtgevers een eenvoudiger wijze van verificatie komt om vast te stellen of een opdrachtnemer aangemerkt kan worden als zelfstandige in fiscale zin en aldus niet valt onder de werking van de wet.
Bron: Eerste Kamer 28-03-2017
Nieuwe wetgeving Corporate Governance Code
Nieuwe wetgeving Corporate Governance Code
De herziene Corporate Governance Code vraagt onder meer aandacht voor de cultuur van een bedrijf, voor het belang van het benoemen van een lange termijnvisie die focust op duurzaamheid en voor een transparant beloningsbeleid. Daarnaast bevordert de code het verminderen van financiële bedrijfsrisico’s. Ook is in de nieuwe code meer aandacht voor diversiteit in de top van bedrijven.
De benoemingstermijn van de leden van de Raad van Commissarissen wordt tot in beginsel maximaal twee keer vier jaar beperkt.
De code kan rekenen op breed draagvlak binnen de sector. Zo zijn er meer dan 120 reacties binnengekomen en verwerkt van betrokken partijen zoals Vereniging van Effectenbezitters (VEB), Eumedion, Euronext, FNV en CNV, de Vereniging van Effecten Uitgevende Ondernemingen (VEUO) en VNO-NCW.
In overleg met het bedrijfsleven, zal het kabinet de herziene Code verankeren in de wet. Dit ter vervanging van de huidige Code Frijns die in 2008 is vastgesteld. Het wetsvoorstel dat dit vormgeeft zal binnenkort worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Na de wettelijke verankering zal de naleving van de Corporate Governance Code worden gemonitord door een ingestelde overheidscommissie. Beursgenoteerde bedrijven moeten dan in hun bestuursverslag rapporteren over de wijze waarop ze de Code naleven. Het is vervolgens aan de algemene vergadering om het bedrijf aan te spreken op de naleving ervan.
Bron: Min EZ 24-03-2017
Bovenmatige kilometervergoeding belast loon
Bovenmatige kilometervergoeding belast loon
Een accountmanager/dierenartsbezoeker werkt sinds 1979 bij zijn werkgever. Hij heeft zelf een auto aangeschaft en rijdt zowel zakelijke als privékilometers. De werkgever vergoedt de zakelijke kilometers tegen € 0,31 per kilometer, waarbij hij € 0,12 als belastbaar loon aanmerkt en hierover loonheffingen afdraagt. In zijn aangifte inkomstenbelasting geeft de accountmanager € 5.673 aan als aftrekbaar bedrag aan scholingsuitgaven. In de omschrijving vermeldt hij dat het geen studiekosten zijn, maar de belaste kilometervergoeding. Het betreft geen inkomsten, maar gemaakte kosten om zijn werk te blijven verrichten. De inspecteur accepteert de aftrek van scholingsuitgaven niet.
De rechtbank overweegt dat de werkgever de kilometervergoeding boven de € 0,19 op grond van de Wet LB 1964 terecht als belastbaar loon aangemerkt. De stelling van de accountmanager dat de wet onbillijk is, kan hem niet baten. De rechtbank is niet bevoegd op grond van redelijkheid en billijkheid de juiste wetstoepassing achterwege te laten. De rechtbank moet volgens de wet rechtspreken en mag nooit de innerlijke waarde of billijkheid van de wet beoordelen. Er is geen sprake van discriminatie tussen het geval van de accountmanager en werknemers met een leaseauto, omdat deze gevallen zowel feitelijk als juridisch niet aan elkaar gelijk zijn. Ook een beroep op het vertrouwensbeginsel ten aanzien van de aangifte inkomstenbelasting, waarbij aftrek in eerdere jaren wel is geaccepteerd kan de accountmanager niet baten. De aangiften over eerdere jaren zijn niet gecontroleerd en er is geen sprake van een bewuste standpuntbepaling van de inspecteur.
Het hof sluit zich bij de overwegingen van de rechtbank aan.
Bron: Hof Den Bosch 20-01-2017; Rb. Zeeland-West-Brabant 3-09-2015
Transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte
Transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte
De kosten van die compensatie worden volgens het voorstel dan gedragen door alle werkgevers, via de uniforme premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds. De Raad van State heeft kritisch geadviseerd over dit voorstel. De Raad vraagt zich waarom niet is teruggegaan naar de situatie voor de Wet werk en zekerheid: geen vergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte. Nu wordt de oorzaak van het probleem voor werkgevers (cumulatie van de kosten van loondoorbetaling en transitievergoeding) niet aangepakt, maar slechts de kosten verdeeld over alle werkgevers. Ook verwacht de Raad van State hoge uitvoeringskosten.
Een ander voorstel uit het wetsvoorstel is dat geen transitievergoeding hoeft te worden betaald bij ontslag om bedrijfseconomische redenen, als in de cao een vervangende voorziening is opgenomen. Hier verwacht de Raad van State een toename aan procedures. Want wanneer is sprake van een vervangende voorziening. En wat als een cao niet algemeen verbindend is verklaard? In dat geval zou een werknemer die geen lid is van een vakbond die partij is bij de cao niet gehouden zijn aan die vervangende cao-bepalingen en aanspraak kunnen maken op de wettelijke transitievergoeding.
Bron: TK 2016-2017, 34 699, nrs. 2, 3 en 4