Verzuimboeten Vpb, wanneer matiging?

Verzuimboeten Vpb, wanneer matiging?

Per 1 januari 2016 is het matigingsbeleid voor verzuimboeten inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting komen te vervallen. Tegelijkertijd zijn de praktische werkafspraken Belastingdienst daarover ingetrokken. Een recent WOB-verzoek maakt duidelijk in welke situatie nu een beroep kan worden gedaan op matiging van de boete.

In het WOB-verzoek is gevraagd of er sprake is van een nieuwe werkinstructie. De staatssecretaris laat weten dat dit niet het geval is. Ook is er volgens de staatssecretaris geen nieuw beleid op grond waarvan tot matiging wordt overgegaan. Medewerkers van de Belastingdienst hebben wel in 2016 een jurisprudentieoverzicht ontvangen dat betrekking heeft op de matiging van verzuimboeten.
Dit memo heeft de staatssecretaris in verband met het WOB-verzoek openbaar gemaakt. Uit het memo blijkt dat er de laatste jaren vrijwel geen uitspraken verschenen zijn over matiging van verzuimboeten voor de inkomstenbelasting. Het memo geeft een overzicht van relevante hofuitspraken over de matiging van verzuimboeten vennootschapsbelasting waarbij de strafverminderende omstandigheden met het bedrag van de gematigde verzuimboete worden getoond.
Deze hofuitspraken geven het volgende beeld: bij een samenstel van strafverminderende omstandigheden wordt vaak gematigd naar € 500. Daarbij leiden de volgende vier omstandigheden vaak tot matiging: (1) geringe termijnoverschrijding (van maximaal 10 dagen), (2) eerste verzuim, (3) kleine, met eenmanszaak vergelijkbare, Vpb-plichtige en (4) slechte financiële positie of beperkte draagkracht.
Als een belanghebbende in zijn bezwaarschrift één van de vier hiervoor genoemde omstandigheden aannemelijk maakt, wordt in ieder geval matiging overwogen (halvering van standaardboete). Als een belanghebbende in zijn bezwaarschrift twee of meer van de vier hiervoor genoemde omstandigheden aannemelijk maakt, wordt matiging naar ongeveer € 500 overwogen.
Bron: MvF 18-04-2017