Aanvraag compensatie vrouwelijke zelfstandigen



Vrouwelijke zelfstandigen die tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008 zijn bevallen, kunnen vanaf 15 mei 2018 een compensatie aanvragen bij het UWV. De aanvraagperiode loopt tot 1 oktober 2018.

Door een wijziging in de Wet arbeid en zorg (Wazo) verviel in mei 2005 de publieke zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen. Vanaf juni 2008 kregen zij via de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen (ZEZ) opnieuw recht op een uitkering gedurende tenminste 16 weken. Enkele vrouwen die in de tussenliggende jaren bevielen van een kind, vonden het onterecht dat zij geen beroep konden doen op een publieke zwangerschaps- en bevallingsuitkering en stapten naar de rechter. De afgelopen jaren heeft dit tot verschillende uitspraken geleid. Zo stelde de Hoge Raad in 2011 de vrouwen in het ongelijk, maar de rechtbank Midden-Nederland kwam in 2016 tot een ander oordeel. Na een tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in juli vorig jaar is besloten een compensatieregeling te treffen.
Naar schatting zo’n 20.000 vrouwen kunnen daarom vanaf 15 mei 2018 een aanvraag doen voor een compensatie van € 5.600 bruto. De compensatie wordt vanaf 1 januari 2019 uitgekeerd. Bij het uitwerken van de regeling bleek dit nodig om redenen van zorgvuldigheid. De zwangerschaps- en bevallingsuitkering is een inkomensvoorziening, hierdoor telt de compensatie op bij het (gezins) inkomen van de vrouwen. Dit kan gevolgen hebben voor toeslagen, zoals huur- en zorgtoeslag. Om terugvorderingen zoveel mogelijk te voorkomen, wordt de compensatie in het nieuwe belastingjaar uitgekeerd. Vrouwen kunnen dan tijdig de extra inkomsten doorgeven aan de Belastingdienst.
Daarnaast is de aanvraagperiode verruimd van drie naar vierenhalve maand.
Bron: Min SZW 8-03-2018


Regulering handel in cryptomunten?



Minister Hoekstra van Financiën wil de handel in cryptomunten reguleren om hiermee oneigenlijk gebruik aan te pakken.

Dit schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Vanwege het grensoverschrijdend karakter van de handel in cryptovaluta is een internationale aanpak nodig. Deze aanpak moet nog vorm krijgen maar de discussies daarover zijn gestart. Om witwassen via cryptocurrency’s moeilijker te maken, wil Hoekstra cryptobeurzen en bedrijven die wallets aanbieden onder Europese regels laten vallen die bijvoorbeeld ook voor banken gelden. Dat zou betekenen dat deze bedrijven moeten onderzoeken wie hun klanten zijn, onder meer door het vragen van een identiteitsbewijs. Daarnaast moeten de bedrijven verdachte transacties melden. Die regels zullen eind 2019 van kracht worden, hoopt Hoekstra.
Een verbod op de handel in cryptocurrency’s ligt niet voor de hand, vooral vanwege het grensoverschrijdende en decentrale karakter ervan. Hoekstra verwacht in de tweede helft van 2018 een update te kunnen sturen.
Bron: MvF 8-03-2018


Ondernemer of werknemer?

Na beëindiging van zijn vijfde interim opdracht bij een opdrachtgever, stelt de opdrachtnemer dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst. Maar hetgeen partijen contractueel hadden vastgelegd en hoe zij daaraan uitvoering hadden gegeven maken zijn stelling niet erg aannemelijk. Temeer daar hij tussentijds het aanbod om de overeenkomst om te zetten in een dienstbetrekking nadrukkelijk had afgewezen.

Een zelfstandige consultant was sinds 1999 met zijn eenmanszaak in het Handelsregister ingeschreven. Zijn onderneming hield zich bezig met organisatieadvies, interim management en trainingen op het gebied van ondernemen. De consultant nam eind 2012 een interim opdracht aan om voor een kwaliteitscontrolebureau voor de agrarische sector te werken als rayonmanager. Deze overeenkomst ging hij een aantal malen opnieuw aan. In de laatste, vijfde overeenkomst was nadrukkelijk vastgelegd dat partijen een overeenkomst van opdracht aangingen en geen arbeidsovereenkomst beoogden. In de overeenkomsten was vastgelegd dat de rayonmanager een vast aantal dagen voor de opdrachtgever werkte. Nevenactiviteiten waren nadrukkelijk toegestaan. De consultant beschikte over een VAR-wuo.
Tijdens de vijfde en laatste opdrachtperiode werd het duidelijk dat de opdrachtgever de opdracht niet wilde voortzetten en dat de interimopdracht per 30 november 2016 van rechtswege zou eindigen. De consultant vordert daarop doorbetaling van zijn loon (€ 8.312 per maand, excl. btw, vermeerderd met wettelijke rente) tot het moment dat zijn arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal eindigen en vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wees zijn vorderingen af omdat er eenvoudigweg geen sprake was van een arbeidsovereenkomst. En ook bij Hof Amsterdam vindt de consultant voor zijn argumenten geen gehoor. Voor het hof spelen zwaar de bedoelingen van de partijen zoals blijkt uit de overeenkomsten en hoe daaraan uitvoering is gegeven. Zo heeft de rayonmanager maandelijks vanuit zijn eenmanszaak een vast bedrag vermeerderd met btw gefactureerd. Naar de Belastingdienst heeft hij zich als ondernemer gepresenteerd en telkens gebruik gemaakt van de ondernemersfaciliteiten. Een aantal malen is in die jaren bij contractbesprekingen door de opdrachtgever zelfs aangegeven dat een arbeidsovereenkomst tot de mogelijkheden behoorde. Maar daar was de consultant om fiscale redenen niet op ingegaan.
Bron: Hof Amsterdam 30-01-2018 (publ.5-03-2018)

Fiod mag straks ook afluisteren

De marechaussee en bijzondere opsporingsdiensten als de Fiod mogen voortaan, net als de politie, infiltranten inzetten en vertrouwelijke communicatie afluisteren. Dat blijkt uit een wetswijziging die deze zomer van kracht wordt, aldus de Volkskrant.

De verruiming van de wet is bedoeld om de georganiseerde misdaad effectiever te kunnen aanpakken. Tot dusver mocht alleen de politie deze bijzondere opsporingsmiddelen inzetten, bij zaken waarbij een vermoeden is van georganiseerde misdaad, een ernstige inbreuk op de rechtsorde of aanwijzingen voor een terroristisch misdrijf. Dat deed de politie soms ook op verzoek van bijzondere opsporingsdiensten.
Een woordvoerder van de Fiod verklaart dat er al een vaste en nauwe samenwerking met de politie bestaat. Het verschil is dat de Fiod straks zelfstandig mag werken. ‘Dit vergroot de slagvaardigheid’. De Stichting Privacy First is kritisch over het aangenomen wetsvoorstel.
Bron: Volkskrant 6-03-2018

Voorstel schrappen notariskosten bij algehele gemeenschap van goederen

Wie in algehele gemeenschap van goederen wil trouwen, hoeft straks niet meer naar de notaris voor huwelijkse voorwaarden. Een verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand zal dan voldoende zijn. Een wetsvoorstel dat dit moet regelen ligt thans ter consultatie voor op www.internetconsultatie.nl.

De bedoeling van het wetsvoorstel is dat het voor mensen eenvoudiger en goedkoper wordt om in algehele gemeenschap van goederen te huwen. De maatregel geldt ook voor het geregistreerd partnerschap.
Het wetsvoorstel, dat voortvloeit uit het regeerakkoord, heeft te maken met een wijziging die op 1 januari van dit jaar is ingegaan. Voortaan trouwen mensen automatisch in een beperkte gemeenschap van goederen. Huwelijkspartners die daarvan willen afwijken en wèl alles met elkaar willen delen, moeten nu naar de notaris om dat in huwelijkse voorwaarden te laten vastleggen.
De verklaring kan tot uiterlijk één werkdag voor het huwelijk worden ingediend bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar men wil trouwen. Dit kan zowel digitaal als op papier. Er komt een modelverklaring voor mensen die in algehele gemeenschap van goederen willen trouwen. Minister Dekker vindt dit belangrijk met het oog op de rechtszekerheid. Zo’n registratie is duidelijk en zorgt voor een betere uitvoering. De modelverklaringen worden afgestemd met de KNB en de NVvB.
Bron: internetconsultatie.nl 28-02-2018

Veel werkenden leren bij

De meeste volwassenen met een betaalde baan leren tijdens hun werkzame leven bij. Ruim de helft van de 25- tot 65-jarige werkenden volgt werkgerelateerde cursussen. Laagopgeleiden, ouderen en deeltijdwerkers nemen het minst vaak aan deze cursussen deel. Dat blijkt uit recente cijfers van de Adult Education Survey, een onderzoek dat het CBS uitvoert in opdracht van Eurostat.

In 2016 volgt 52% van de 25- tot 65-jarige werkenden scholing voor het werk. Het gaat dan om doorgaans kortdurende cursussen, bedrijfsopleidingen, trainingen, privélessen, workshops en seminars. Begeleide training op de werkplek, bijvoorbeeld een inwerktraject voor nieuwe medewerkers, valt hier niet onder.
Laagopgeleiden volgen minder vaak werkgerelateerde cursussen dan hoogopgeleiden: 29% van de laagopgeleide werkenden neemt deel aan dergelijke cursussen, van de hoogopgeleiden is dit bijna 68%. Hoogopgeleiden worden hiervoor beduidend vaker dan laagopgeleiden gecompenseerd door hun werkgever. 45- tot 65-jarigen volgen naar verhouding iets minder vaak cursussen dan 25- tot 45-jarigen, en mannen iets minder vaak dan vrouwen.
Ruim vier op de tien werkenden met een voltijd baan óf een grote deeltijdbaan (20 uur per week of meer) volgen een of meer werkgerelateerde cursussen. De meesten van hen (70%) ontvangen voor ten minste één cursus een vergoeding van de werkgever. Werkzame personen met kleine banen (minder dan 12 uur per week) volgen minder vaak een cursus voor het werk (30%).
Als werkenden twee jaar of langer werkzaam zijn in hun huidige baan nemen ze vaker deel aan werkgerelateerde scholing dan werkenden die korter dan twee jaar in hun baan werken: ruim 53% tegenover 47%. Ook betaalt de werkgever vaker mee aan cursussen als werknemers langer in dienst zijn.
Werkenden geven meestal meerdere redenen om deel te nemen aan een werkgerelateerde cursus. Voor verreweg de meesten (acht op de tien) is het beter uitoefenen van hun werk één daarvan. Daarnaast zijn bijscholingen relatief vaak beroepsmatig verplicht of eist de werkgever de scholing. De helft van de werkenden noemt zo’n verplichting als reden. Dit geldt bijvoorbeeld in de gezondheidszorg en welzijn, en in de financiële dienstverlening.
Het vergroten van carrièrekansen is voor 44% een reden voor bijscholing. Het opstarten van een eigen bedrijf wordt door een veel kleiner aandeel van de werkenden genoemd (6%). Naast een motivatie op het gebied van werk noemen cursisten ook persoonlijke redenen om een cursus te doen, zoals het opdoen van kennis en vaardigheden die hun interesse hebben, of die nuttig zijn in het dagelijks leven.
Bron: CBS 5-03-2018

Verlaagd btw-tarief op verhuur kajuitzeiljachten

Een watersportbedrijf verhuurt kajuitzeiljachten en biedt daarbij een totaalpakket aan diensten aan waarbij ook gebruik gemaakt mag worden van accommodatie in de jachthaven. De vraag is of op de verhuur het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing is.

Een watersportbedrijf exploiteert een zeilschool en verhuurt kajuitzeiljachten. Behalve voor wedstrijden worden de kajuitzeiljachten ook voor dagverhuur ingezet. Het bedrijf beschikt over een accommodatie met jachthavenfaciliteiten die voor de omzetbelasting kwalificeert als sportaccommodatie. Wie een kajuitzeiljacht huurt ontvangt daarbij een compleet pakket aan diensten zodat hem/haar aan niks ontbreekt om de sport te beoefenen. Volgens de ondernemer is op de verhuur van kajuitzeiljachten het lage btw-tarief van toepassing. Voor toepassing van het verlaagde tarief moet de verhuur van de kajuitzeiljachten aangemerkt kunnen worden als de gelegenheid geven tot sportbeoefening. Volgens de inspecteur is hiervan geen sprake.
Hof Den Bosch overweegt dat de reikwijdte van het geen van gelegenheid tot sportbeoefening in de Wet OB samenvalt met het recht gebruik te maken van sportaccommodaties in de zin van de Btw-richtlijn. Het zeilen met een gehuurde kajuitzeiljacht is een activiteit met een niet te verwaarlozen lichamelijke component. Het feit dat niet iedere huurder meedoet aan zeilwedstrijden is hierbij niet van belang. Er is sprake van een totaalpakket aan diensten dat door de huurder als één dienst wordt beschouwd, waarbij kenmerkend is het ter beschikking krijgen van een kajuitzeiljacht vanuit het comfort van de sportaccommodatie. Dit maakt dat het watersportbedrijf met de verhuur van de kajuitzeiljachten gelegenheid geeft tot sportbeoefening. Het verlaagde btw-tarief (6%) is dus van toepassing op de verhuur van de kajuitzeiljachten.
Bron: Hof Den Bosch 1-02-2018

FNV bij steeds meer cao’s buitenspel

Uit cijfers van werkgeversvereniging AWVN zou blijken dat FNV bij steeds meer cao’s buitenspel staat. Sinds 2014 gaat het om cao’s waar circa 1,5 miljoen werknemers bij zijn betrokken. Vakbond CNV is vaak nog wel van partij bij de cao’s.

Sommige werkgevers geven aan in de cao-onderhandelingen beter te hebben kunnen overleggen met het CNV, dat zich meer inzet op ontwikkeling van werknemers. Een probleem voor de FNV is dat de soms als onwrikbaar ervaren looneis van de bond volgens werkgevers niet altijd meer in verhouding staat tot de organisatiegraad van de FNV. In de eerste twee maanden van dit jaar zijn vijf akkoorden gesloten waarbij de CNV-bond wel instemde, maar FNV niet. Vorig jaar kwam FNV buitenspel te staan bij een aantal grotere cao’s, zoals de supermarkt-cao, de Horeca-cao en de cao Fashion, Sport & Lifestyle. In een aantal gevallen zijn zowel FNV als CNV niet meer van de partij, zoals bij de cao Schilders waar de werkgevers met de kleine bond LBV tot een akkoord kwamen. Daarnaast is in een aantal gevallen een akkoord voor een arbeidsvoorwaardenregeling tot stand gekomen tussen de werkgever en de ondernemingsraad. Dit is onder meer het geval bij de Jumbo distributiecentra en Action. Ook AH-dochter Gall & Gall wil die kant op gaan.
FNV zelf geeft in een reactie op de berichtgeving aan dat ze niet tekenen voor verslechteringen.
Bron: Caoweb 5-03-2018

Aanslagtermijn geldt niet voor verliesbeschikking

Een aanslag vennootschapsbelasting kan in wezen ook een verliesvaststellingsbeschikking omvatten. Als de aanslag wordt vernietigd wegens termijnoverschrijding, blijft de verliesvaststellingsbeschikking in stand. Dit blijkt uit een arrest van de Hoge Raad.

De Hoge Raad wijst erop dat de inspecteur een verlies van een jaar vaststelt bij voor bezwaar vatbare beschikking. Dit gebeurt gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag over dat jaar. Legt de inspecteur een aanslag van nihil op en maakt hij op het aanslagbiljet melding van een vastgesteld bedrag aan negatieve belastbare winst? Dan vormt die vermelding op het aanslagbiljet een verliesvaststellingsbeschikking. Het gelijktijdig vaststellen van de aanslag en de verliesvaststellingsbeschikking betekent echter niet dat de verliesvaststellingsbeschikking altijd het lot van de aanslag volgt. In het geval van vernietiging van de aanslag omdat deze te laat is opgelegd, blijft de verliesvaststellingsbeschikking in stand. Een andere uitleg zou de belastingplichtige ook schaden in zijn materiële belang bij het vaststellen van de verliesvaststellingsbeschikking. Een verlies is namelijk pas te verrekenen als het bij beschikking door de inspecteur is vastgesteld.
Bron: HR 23-02-2018

Arbeidsparticipatie Wajongers gestegen

De arbeidsparticipatie van Wajongers en mensen met een WGA-uitkering is gestegen. Het aantal mensen met een Wajong-uitkering dat werkt nam in 2016 toe tot 57.800. Dit is 1.400 meer dan het jaar ervoor. Ongeveer 5,5% van de Nederlandse bedrijven had eind 2016 één of meerdere Wajongers in dienst.

Tussen 2015 en 2017 heeft UWV Wajongers ingedeeld naar arbeidsvermogen. Voor het eerst is er daarom inzicht te geven in de arbeidsparticipatie van Wajongers met arbeidsvermogen. Bijna de helft van hen is eind 2016 aan het werk, circa drie vijfde bij een reguliere werkgever en twee vijfde in of via de Sociale Werkvoorziening (SW). Het aantal Wajongers dat bij een reguliere werkgever werkt, neemt toe. In 2016 was de stijging sterker dan in 2015. Bij de SW-bedrijven neemt hun aantal juist af als gevolg van de sluiting van de Sociale Werkvoorziening.
Het aandeel Wajongers dat werkt met loondispensatie of ondersteuning van een jobcoach neemt verder toe. Om meer werknemers met een Wajong-uitkering aan het werk te helpen en te houden, lijkt meer ondersteuning nodig. Wajongers behouden vaker hun werk en vinden vaker na verlies van werk opnieuw werk. Toch vindt een aanzienlijk deel langdurig geen werk, nadat zij hun baan hebben verloren.
Het onderzoek is gepubliceerd in de Monitor Arbeidsparticipatie, een jaarlijkse rapportage over de arbeidsdeelname van Wajongers, van mensen met een WGA-uitkering en mensen van wie de aanvraag voor een WIA-uitkering is afgewezen, de ‘WIA 35-minners’. Voor het eerst sinds 2008 ziet UWV bij al deze groepen een toename van de arbeidsparticipatie.
Bron: UWV 27-02-2018