13.000 woningen door transformatie van bestaande gebouwen

Vorig jaar zijn er 13.000 nieuwe woningen ontstaan door transformatie van een bestaand gebouw. Dit was bijna 14% van het aantal nieuw gecreëerde woningen. De belangrijkste doelgroep van de aldus gecreëerde woningen zijn vooral jongeren en alleenstaanden.
Bij transformatie van een bestaand gebouw wordt bijvoorbeeld een kantoor, winkel of schoolgebouw omgevormd tot woningen. Meestal betreft dit kleinere wooneenheden met ieder een aparte toegang en eigen voorzieningen, zoals een keuken en een badkamer. De gemiddelde oppervlakte van dergelijke woningen is 50 vierkante meter. 43% heeft een oppervlakte van minder dan 50 vierkante meter en ruim een kwart een oppervlakte van 50 tot 75 vierkante meter.
De meeste woningtransformaties werden gerealiseerd in voormalige kantoorgebouwen. In totaal ging het om bijna 5.500 nieuwe woningen (42% van alle woningtransformaties in 2018). Circa 21% van de transformatiewoningen werd gevestigd in voormalig maatschappelijk vastgoed, zoals voormalige ziekenhuizen of scholen.
Het overgrote deel van de getransformeerde woningen betreft huurwoningen. Voor zover het eigendom bekend is, betreft dit voor 10% corporatiewoningen, 78% is eigendom van verhuurders anders dan corporaties. De rest zijn koopwoningen.
Van de in 2018 gecreëerde transformatiewoningen is 59% bewoond. Dit betreft vooral eenpersoonshuishoudens (61%) en paren zonder thuiswonende kinderen (27%). In tegenstelling tot andere huishoudtypen steeg het aandeel paren zonder thuiswonende kinderen. Dit was in 2017 nog 23%. De meeste hoofdbewoners van transformatiewoningen zijn jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 27 jaar (47%). Ongeveer een derde van de bewoners is tussen 28 en 45 jaar. Ouderen vanaf 67 jaar wonen aanzienlijk minder vaak in transformatiewoningen (6%).
De meeste transformatiewoningen zijn te vinden (middel)grote steden, met Amsterdam, Den Haag en Eindhoven als koplopers. Dit past bij het beeld dat deze steden met name jongeren en alleenstaanden aantrekken die naar de steden komen voor opleiding, werk of stedelijke voorzieningen.
Bron: CBS 23-10-2019