Volgens minister Koolmees van SZW is er voldoende reden voor een nieuwe evaluatie van het uitzendregime. Dit omdat er de laatste jaren steeds meer signalen zijn die leiden tot de vraag of het huidige uitzendregime nog wel voldoet.
Hij liet in een brief aan de Tweede Kamer weten dat op korte termijn verschillende onderzoeken en evaluaties naar de werking van het uitzendregime starten. De Waadi (Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs) is voor het laatst in 2001 en het uitzendregime in het Burgerlijk Wetboek voor het laatst in 2007 geëvalueerd.
Het gaat om twee onderzoeken. Het eerste onderzoek richt zich op de praktijk van driehoeksrelaties en de functie van uitzenden. Het zal een nader beeld geven van de verschillende vormen.
Het tweede onderzoek heeft betrekking op het feitelijk gebruik en oneigenlijk gebruik van uitzenden. Daarvoor wordt gekeken naar de positie van uitzendwerknemers. De evaluatie zal uiterlijk in de zomer van 2020 naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
Bron: Min. SZW, 15-5-2019 en ABU.nl, 17-5-2019

IB-ondernemers mogen vanwege een (forfaitaire) gebruiksvergoeding een deel van de gebruikelijke huurderslasten aftrekken bij gebruik van privépanden in hun onderneming. Maar daar blijft het dan ook bij. Ondernemers mogen niet ook nog eens een fictieve huurvergoeding aftrekken.
Gebruikt een ondernemer een privévermogensbestanddeel, anders dan een auto, voor ondernemingsdoeleinden, dan mag hij daarvoor een gebruikerskostenvergoeding aftrekken. Maar deze aftrek is wel beperkt tot maximaal het forfaitair rendement van box 3 over dat vermogensbestanddeel. Hierbij hoeft de ondernemer overigens geen rekening te houden met zijn heffingsvrije vermogen. Bovendien mag de ondernemer een evenredig deel van de kosten aftrekken die normaal gesproken voor rekening van een huurder van het vermogensbestanddeel komen. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden biedt deze regeling geen ruimte voor meer aftrek. De zaak voor het hof is aangespannen door een vrouw, die in 2011 haar eenmanszaak heeft verplaatst naar een aantal van haar privépanden. Naast de gebruikersvergoeding wil de vrouw een fictieve huurvergoeding aftrekken voor de privépanden waarin zij haar eenmanszaak drijft. Het hof oordeelt dat de Belastingdienst de aftrek van deze fictieve huurvergoeding mag weigeren. Dat hier sprake is van een gedwongen verplaatsing van de onderneming, is geen reden om het aftrekrecht te verruimen.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 14-05-2019

De naheffingsaanslagen zijn terecht opgelegd nu duidelijk is dat niet correct aangifte is gedaan. Omkering van de bewijslast is dan ook op zijn plaats.
Belanghebbende woont in Nederland en drijft een schoonmaakbedrijf. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek door de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) is belanghebbende strafrechtelijk veroordeeld vanwege het valselijk opmaken van onderdelen van de personeels- en salarisadministratie. De Belastingdienst is een boekenonderzoek gestart in vervolg op het onderzoek van de SIOD. Naar aanleiding van het boekenonderzoek zijn aan belanghebbende met toepassing van het anoniementarief en omkering van de bewijslast naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd met een boete.
In geschil is of de naheffingsaanslagen en de boete terecht en naar de juiste bedragen zijn opgelegd. Het hof oordeelt dat de volgens de aangiften verschuldigde belasting zowel op zichzelf beschouwd als verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is geweest dan de verschuldigde belasting en omkering van de bewijslast dus op zijn plaats is. Zo acht het hof aannemelijk dat het overgrote deel van de werknemers niet was opgenomen in de loonadministratie van belanghebbende en voor die werknemers geen loonheffing is afgedragen. De naheffingsaanslagen berusten naar het oordeel van het hof op een redelijke schatting.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond verklaard (art. 81 Wet RO).
Bron: Hoge Raad, 10-5-2019

De Belastingdienst heeft ruim 60.000 bezwaarschriften ontvangen tegen de box 3-heffing in de inkomstenbelasting over 2017. Dit heeft staatssecretaris Snel van Financiën geantwoord op Kamervragen.
Ook met betrekking tot eerdere belastingjaren heeft Snel aangegeven hoeveel bezwaren tegen de vermogensrendementsheffing zijn ingediend: 14.205 bezwaarschriften over 2013, 10.060 over 2014, 2.468 over 2015 en 1.186 over 2016. Over 2018 zijn nog geen aantallen bekend. Volgens Snel zijn vrijwel alle ingediende bezwaren ontvankelijk.
Volgens de staatssecretaris zijn belastingplichtigen voldoende op de hoogte van de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de box 3-heffing en is het eenvoudig mogelijk om tijdig en individueel bezwaar te maken. Verder is volgens de staatssecretaris veel ruchtbaarheid gegeven aan de massaalbezwaarprocedure, ook met betrekking tot het belastingjaar 2018.
Bron: MvF, 20-5-2019

Afgelopen maand kwamen 34 loonafspraken tot stand, tegenover 17, 20 en 13 in januari, februari en maart. Het aantal april-akkoorden is dit jaar zelfs hoger dan in de afgelopen vier jaren.
Dit meldt werkgeversvereniging AWVN. Op grond van de ontwikkelingen in april concludeert AWVN dat er een versnelling plaatsvindt in de onderhandelingen. Veel besprekingen hebben lang geduurd en zowel werkgevers als werknemers willen op zeker moment uit de onzekerheid, aldus de werkgeversvereniging.
De gemiddelde afgesproken loonstijging bedroeg in april 2,8%. Dat is het hoogste maandgemiddelde sinds de financiële crisis van ruim tien jaar geleden en beduidend hoger dan het gemiddelde van 2,7% over de eerste drie maanden van 2019 en van het jaargemiddelde van 2,3% in 2018.
In 2019 lopen in totaal 420 cao’s af voor 3,1 miljoen werknemers. Daarvan zijn in de eerste vier maanden 97 vernieuwd. Omdat in 2018 circa 40 afgelopen cao’s niet zijn vernieuwd, kan het aantal nieuwe cao’s in 2019 hoger uitkomen dan 420.
Bron: AWVN, 17-5-2019

Het begrip maandloon speelt een rol bij de hoogte van de onbelaste vergoedingen die een werkgever kan geven aan zijn werknemer bij dienstjubilea of aan zijn erfgenamen vanwege het overlijden. Een individueel keuzebudget (IKB) behoort niet tot het reguliere genoten maandloon.
Voor bij een overheidsorgaan werkzame ambtenaren geldt een arbeidsvoorwaardenregeling. Hierin is onder meer opgenomen dat ambtenaren een jubileumtoelage krijgen bij een aanstelling van meer dan 25, 40 of 50 jaar. Bij overlijden van de ambtenaar krijgen de nabestaanden een onbelaste uitkering van drie maal het maandloon. Voor de hoogte van de vrijgestelde uitkeringen is relevant wat tot het maandloon behoort. In geschil bij Rechtbank Den Haag is of het IKB (met daarin de voormalige vakantietoeslag) bestanddeel is van het reguliere maandloon. De rechtbank oordeelt dat een werknemer het IKB pas geniet op het moment dat hij het IKB inzet voor een toegestaan doel. Voor de onbelaste jubileumuitkering en overlijdensuitkering is de hoogte van het genoten reguliere maandloon van de daaraan voorafgaande maand van belang. Dit is het loon zonder IKB. Voor het standpunt van de overheidsinstelling dat maandloon het jaarloon gedeeld door twaalf is, ziet de rechtbank geen aanknopingspunten binnen de wet.
Bron: Rb. Den Haag 31-1-2019

Een ondernemer die een auto van de zaak heeft en het autokostenforfait toepast, mag de btw-correctie vanwege het privégebruik van de auto aftrekken van de belastbare winst voor de inkomstenbelasting. Dat is niet nieuw, maar de praktijk wijst uit dat de Belastingdienst dit weleens vergeet.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant moest zich buigen over de zaak van een ondernemer die de btw-correctie wegens privégebruik auto aftrok in zijn IB-aangifte over 2015. De ondernemer deed een beroep op het vertrouwensbeginsel en verwees naar een brief van de staatssecretaris van Financiën uit januari 1975, waarin deze stelde te berusten in de uitspraak van Hof Den Haag van 16 december 1973. In deze uitspraak stelde het hof dat met de toepassing van de forfaitaire bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak in beginsel volledig rekening is gehouden met de onttrekking wegens privégebruik. Hieruit volgt dat de btw die de ondernemer vanwege het privégebruik moet betalen, mag worden afgetrokken van de winst uit onderneming.
De rechtbank oordeelde dat de ouderdom van de genoemde brief niets afdoet aan het door de brief opgewekte vertrouwen. Ook het feit dat de Wet op de omzetbelasting inmiddels op veel punten is gewijzigd, doet hier niets aan af. De staatssecretaris heeft de in zijn brief vermelde goedkeuring immers nooit ingetrokken. Daarom mocht de ondernemer de btw-correctie aftrekken in zijn aangifte inkomstenbelasting.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant, 8-4-2019

De kantonrechter Enschede oordeelt dat PostNL hoofdelijk aansprakelijk is voor achterstallig loon aan pakketsorteerders die het bedrijf inleende via uitzendbureau In Person. Dit blijkt uit een procedure die FNV tegen Post NL heeft aangespannen naar aanleiding van onderzoek verricht door de ISZW.
PostNL huurt voor een aantal van haar sorteercentra personeel in via In Person Outsourcing B.V. In Person Outsourcing B.V. kwalificeerde de arbeidskrachten die zij inzette bij PostNL zelf als ‘ingeleend personeel’, zo blijkt uit de omschrijving op haar facturen. Verder bleek dat In Person Outsourcing B.V. weliswaar op papier de contractant is van PostNL, maar de feitelijke uitvoering van de overeenkomsten plaatsvindt door In Person International B.V. en In Person Bemiddelingsbureau B.V. Dit leidt ertoe dat ook In Person International B.V. en In Person Bemiddelingsbureau B.V. dienen te worden beschouwd als partijen bij de uitvoering van de overeenkomsten met PostNL. Iedere andere uitleg zou ertoe leiden dat aan het beginsel van gelijke behandeling van uitzendkrachten eenvoudig kan worden ontkomen door gebruik te maken van een constructie waarbij de ‘inlener’ een tussenschakel betreft die slechts op papier bestaat.
Uit het onderzoek van de Inspectie SZW blijkt dat PostNL inlener is, toezicht heeft gehouden en leiding heeft gegeven aan de werkzaamheden van de verzendsortering. Art. 8 Waadi is van toepassing en de door FNV gevorderde verklaring voor recht is toewijsbaar nu de arbeidskrachten niet tenminste dezelfde arbeidsvoorwaarden blijken te hebben als die gelden voor werknemers in dienst van PostNL. De conclusie is dan ook dat PostNL zodanig in strijd heeft gehandeld met de door haar in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid, dat sprake is van onrechtmatig handelen jegens de bij haar te werk gestelde arbeidskrachten. Hiervoor wordt aansluiting gezocht bij het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 16 juli 2013. De kantonrechter oordeelt verder dat PostNL incasso- en proceskosten moet betalen van in totaal ruim € 11.000.
Bron: Rb. Overijssel 7-5-2019

Wie gebruik wil maken van de ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting, moet aan de hand van dossiers, facturen of andere bewijsstukken aantonen dat hij werkzaamheden als ondernemer heeft verricht.
In deze zaak stond een man sinds 1 november 2010 als ondernemer met een eenmanszaak inschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Via deze eenmanszaak dreef hij een managementadviesbureau. Eind november 2012 richtte de man een bv op. Hij liet zijn eenmanszaak uitschrijven uit het Handelsregister, waarin hij ook liet registreren dat hij zijn onderneming had overgedragen aan de bv. Vervolgens claimde de man in zijn IB-aangifte over 2013 de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek, wat door de inspecteur werd geweigerd.
Voor het hof stelde de man dat hij na de overdracht van zijn managementadviesbureau nog andere ondernemersactiviteiten had verricht. Dit kon hij echter niet onderbouwen met dossiers, agenda’s en andere bewijsstukken. Ook kon hij geen facturen overleggen, naar eigen zeggen omdat hij in 2013 – en ook in 2014 en 2015 – geen omzet had behaald. Het hof stelde dat dit erop wees dat de man zijn eenmanszaak wel degelijk had gestaakt en in 2013 geen werkzaamheden als ondernemer had verricht. De inspecteur had de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek terecht geweigerd.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden, 30-4-2019

Werknemers kunnen hun kosten van rechtsbijstand voor een ontslagprocedure niet ten laste van het inkomen brengen. Als bij de werknemer het in rechte te ontlenen vertrouwen is gewekt dat kosten van rechtsbijstand aftrekbaar zijn, zijn deze kosten wel aftrekbaar.
In 2015 krijgt een werknemer met een ontslagprocedure te maken en schakelt daarvoor een advocaat in om een procedure te starten tegen zijn werkgever. De advocaat brengt hem daarvoor € 5.406 aan kosten in rekening. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2015 voert de werknemer deze kosten op als een te verrekenen verlies uit voorgaande jaren. Bij de aanslagregeling houdt de inspecteur geen rekening met deze kosten. In geschil bij Hof Den Bosch is de aftrekbaarheid van de advocaatkosten vanwege de ontslagprocedure. Het hof verwijst voor zijn motivering naar een arrest van de Hoge Raad uit 2007 en oordeelt dat de kosten van de advocaat niet aftrekbaar zijn. Het hof oordeelt dat ook geen sprake is van een in rechte te beschermen vertrouwen dat door de Belastingdienst is gewekt door een algemene toelichting op de aangifte. Ook in de toelichting in de aangifte bij de post te verrekenen verliezen staat niets over het toestaan van aftrek van advocaatkosten. Het toepassen van de hardheidsclausule is voorbehouden aan de minister van Financiën, dat kan het hof niet. Evenmin dat het hof bevoegd is te beslissen op een verzoek om kwijtschelding. Dat moet de werknemer bij de ontvanger van de Belastingdienst vragen.
Bron: Hof Den Bosch 21-2-2019