Financiën heeft het besluit Fiscale tegemoetkomingen naar aanleiding van de coronacrisis (Besluit noodmaatregelen coronacrisis) aangepast.
In het besluit zijn goedkeuringen ten aanzien van de volgende onderwerpen toegevoegd:
Uitstel van betaling van belastingschulden – De gevolgen van de coronacrisis geven aanleiding voor een tijdelijk soepeler beleid. De staatsecretaris geeft daarom goedkeuringen voor de volgende vijf situaties, al dan niet onder voorwaarde: drie maanden geen invorderingsmaatregelen, uitstel langer dan drie maanden, verklaring derde-deskundige, samenloop uitstelvormen, geen verrekening.
Betalingsverzuimboeten – De staatssecretaris keurt goed dat verzuimboeten voor betalingsverzuimen begaan in de periode van 12 maart 2020 tot aan de datum waarop het uitstel van betaling van dit besluit eindigt, worden geacht niet te zijn opgelegd. Als een verzuimboete wordt opgelegd, zorgt de ontvanger ervoor dat deze ambtshalve worden vernietigd. Deze goedkeuring geldt voor alle belastingmiddelen waarvoor de tijdelijke bijzondere uitstelregeling van dit besluit geldt.
Mededelingsplicht bodemrecht – Twee goedkeuringen ten aanzien van meldingsplicht.
Verklaring betaalgedrag – De staatssecretaris keurt goed dat in afwijking van artikel 35.12.2 LI de ontvanger een schone verklaring betalingsgedrag afgeeft als voor de nageheven loonheffingen of voor de (door de uitlener verschuldigde) omzetbelasting ingevolge dit besluit uitstel van betaling is of zal worden verleend dan wel ingevolge dit besluit voor bedoelde naheffingsaanslagen geen invorderingsmaatregelen worden genomen.
Melding betalingsonmacht – De staatssecretaris keurt goed dat voor zover het verzoek om uitstel van betaling op grond van dit beleidsbesluit betrekking heeft op aangiftetijdvakken die eindigen na 1 februari 2020, het verzoek in voorkomend geval mede geldt als tijdige melding van betalingsonmacht als bedoeld in artikel 36, tweede lid IW. De melding wordt bovendien rechtsgeldig geacht, tenzij achteraf blijkt dat de betalingsonmacht niet hoofdzakelijk verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis.
G-rekening – Twee goedkeuringen inzake deblokkering en bij uitstel van betaling.
Een aantal van de hierboven genoemde goedkeuringen gelden niet voor de douane (onderdeel 14). Als bijlage is een lijst van de WHO toegevoegd met de indelingen van medische voorzieningen in verband met uitbraak COVID-19.
Het besluit van 14 april 2020, nr. 2020-6767, Stcrt. 22293 is ingetrokken.
Dit besluit werkt terug tot en met 12 maart 2020 met dien verstande dat onderdeel 2 (uitstel verschuldigdheid EB en ODE) terugwerkt tot 1 april 2020 en onderdeel 3 (invorderingsrente) terugwerkt tot 23 maart 2020. De onderdelen 11 tot en met 14 (de hierboven genoemde goedkeuringen) vervallen op 19 juni 2020.
Bron: MvF 22-04-2020, nr. 2020-8499 (Stcrt. 2020, 23814)
Vermogen onder beslaglegging valt toch in box 3
Dat beslag is gelegd op een bankrekening, wil nog niet zeggen dat het geen box 3-vermogensbestanddeel meer is voor de rekeninghouder. Tot dit oordeel komt Rechtbank Noord-Holland in een recente zaak.
De zaak betreft een man met diverse bankrekeningen. In juni 2015 wordt een conservatoir gelegd op zijn spaar- en basisrekening. Deze beslaglegging weerhoudt de inspecteur er niet van om beide rekeningen op te nemen in de rendementsgrondslag van box 3 per 1 januari 2016. De man meent echter dat deze twee rekeningen niet (volledig) meetellen nu er beslag op is gelegd. Hij wijst erop dat zijn totale box 3-vermogen € 238.856 bedraagt, waarvan € 231.868 ziet op vermogen onder beslag.
Wanneer de man in beroep gaat, haalt de rechtbank uit oudere rechtspraak dat ook na beslaglegging de rekeningen vermogen van de belastingplichtige blijven. Vervolgens neemt de man het standpunt in dat de box 3-heffing over in het beslag genomen vermogen leidt tot een onevenredig zware last. De rechtbank wijst dit standpunt af, omdat de man in een relatief ruime financiële situatie verkeert. Behalve het totale box 3-vermogen neemt de rechter daarbij ook het bruto-inkomen à € 35.862 van de man in aanmerking. Het lukt de man evenmin op een andere manier aannemelijk te maken dat de box 3-heffing hem onevenredig zwaar treft. De rechter verklaart zijn beroep dan ook ongegrond.
Bron: Rb. Noord-Holland 15-04-2020, nr. AWB 19/4800
Verhoging vrije ruimte WKR in 2020
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft op 24 april 2020 aan de Tweede Kamer nieuwe, aanvullende coronamaatregelen aangekondigd, waaronder een verhoging van de vrije ruimte WKR.
Via de vrije ruimte van de werkkostenregeling kunnen werkgevers vergoedingen en verstrekkingen aan hun werknemers geven zonder dat deze belast worden. Werkgevers kunnen zelf bepalen waaraan en óf zij de vrije ruimte willen besteden, voor zover dit gebruikelijk is. Hoewel de vergoedingen en verstrekkingen vanuit de vrije ruimte onbelast zijn, moeten werkgevers uiteraard wel kosten maken om deze vergoedingen en verstrekkingen te bekostigen.
Voorbeelden zijn kerstpakketten en bedrijfsuitjes. Per 1 januari 2020 is de vrije ruimte 1,7% voor de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever. Voor het bedrag boven € 400.000 geldt een percentage van 1,2. De staatssecretaris zal de vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever eenmalig en tijdelijk verhogen van 1,7% naar 3% voor het jaar 2020. Dat biedt mogelijkheden aan werkgevers die daar de ruimte voor hebben om hun werknemers in deze moeilijke tijd extra tegemoet te komen, bijvoorbeeld door het verstrekken van een bloemetje of een cadeaubon. Dit kan ook een boost geven aan sectoren die sterk getroffen zijn door de crisis.
Bron: rijksoverheid.nl, 24-04-2020
Aanvullende fiscale maatregelen
De staatssecretaris heeft op 24 april 2020 aanvullende fiscale maatregelen in verband met het coronavirus bekendgemaakt. Dit naar aanleiding van ingediende moties vragen door de Tweede Kamer en signalen van ondernemers, belangenorganisaties en burgers.
Maatregelen die een nadere wettelijke verankering vragen worden zoveel mogelijk als een apart wetsvoorstel in het pakket Belastingplan 2021 opgenomen. Waar nodig zal een en ander zo snel mogelijk in een goedkeurend beleidsbesluit nader worden uitgewerkt.
Een verlaging van het gebruikelijk loon bij omzetdaling.
Het wordt mogelijk gemaakt dat de dga’s tijdelijk van een lager loon kunnen uitgaan in verhouding tot de omzetdaling van het bedrijf. Deze regeling is al eerder naar buiten gebracht door de Belastingdienst. De relatie met een omzetdaling wordt daarin echter niet expliciet genoemd.
Versoepeling urencriterium.
De Belastingdienst zal voor de periode van 1 maart 2020 t/m 31 mei 2020 ervan uitgaan dat ondernemers ten minste 24 uren per week aan de onderneming hebben besteed.
Werkkostenregeling.
De vrije ruimte die werkgevers hebben om onbelaste vergoedingen te geven, wordt eenmalig verhoogd van 1,7% naar 3% voor de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever.
Fiscale coronareserve in de vennootschapsbelasting.
Het wordt mogelijk voor de vennootschapsbelasting om het verwachte verlies voor het jaar 2020 door de coronacrisis als fiscale coronareserve ten laste van de winst van het jaar 2019 te brengen. Deze coronareserve mag niet hoger zijn dan de winst van 2019.
Uitstel inwerkingtreding wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’.
Het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ wordt een jaar uitgesteld tot 1 januari 2023.
Betaalpauze voor hypotheekverplichtingen.
Voor hypotheken waarvoor een fiscale aflossingsverplichting geldt, hoeft de aflossingsachterstand niet uiterlijk 31 december 2021 te worden betaald, maar kan (direct) worden uitgesmeerd over de resterende looptijd (van maximaal 360 maanden). Een klant kan in plaats hiervan kiezen om zijn resterende lening te splitsen. Hierdoor hoeft de maximaal zes maanden achterstand niet per definitie te worden uitgesmeerd over de resterende looptijd, maar kan ook apart binnen bijvoorbeeld vijf jaar worden afbetaald.
Bron: MvF 24-4-2020, nr. 2020-0000080433 (Kamerbrief)
Nadere maatregelen SZW
Minister Koolmees en staassecretaris Van Ark hebben de Tweede Kamer per brief laten weten wat de stand van zaken van is ten aanzien van de SZW-maatregelen, onder andere naar aanleiding van enkele moties en toezeggingen uit het wetgevingsoverleg van 14 april jl.
Het gaat hierbij om de volgende onderwerpen:
Toepassing van de NOW bij concerns
Voor concerns met minder dan 20% omzetverlies wordt het mogelijk gemaakt dat individuele werkmaatschappijen subsidie voor hun loonkosten aanvragen op basis van de omzetdaling van de werkmaatschappij. Aan deze mogelijkheid worden extra voorwaarden verbonden, ad (1) door eisen te stellen aan het dividend- en bonusbeleid en aan het overleg met de vakbeweging en ad (2) door aanvullende accountantscontroles te vereisen. Zie ook Concernregeling NOW verruimd.
Een aanvullend vangnet voor flexwerkers
Het kabinet is de mogelijkheden voor een vangnet voor flexwerkers momenteel intensief aan het verkennen. Hiertoe worden continu gesprekken gevoerd met UWV en VNG, die de regeling mogelijk uit zouden moeten voeren.
Seizoenswerk
Het adresseren van seizoenswerk vraagt om maatwerk en een aparte regeling. Het komen tot een uitvoerbare optie met een goede afbakening, is een complexe uitdaging. Het kabinet zoekt hard naar een oplossing.
Overwerk en premiedifferentiatie
In bepaalde sectoren, waaronder de zorg, is veel extra overwerk nodig vanwege het coronavirus. Hierdoor zou voor veel werknemers met terugwerkende kracht alsnog de hoge premie moeten worden afgedragen.
Omdat dit in deze bijzondere situatie onwenselijk is, geldt een generieke uitzondering voor de 30%-herzieningssituatie. Geen enkele werkgever hoeft over het jaar 2020 de WW-premie op grond van die situatie te herzien.
Per 1 januari 2021 treedt de herzieningssituatie weer in werking.
Werktijdverkorting en tewerkstellingsvergunningen
De ISZW zal tijdelijk niet wetsconform handhaven in situaties waarin een twv/gvva-plicht ontstaat omdat vanwege werktijdverkorting niet langer aan het salariscriterium wordt voldaan waardoor een derdelander niet meer onder de kennismigrantenregeling valt.
Bron: Min. SZW 22-04-2020 (Kamerbrief)
Besluit fiscale tegemoetkomingen geactualiseerd
Financiën heeft het besluit Fiscale tegemoetkomingen naar aanleiding van de coronacrisis (Besluit noodmaatregelen coronacrisis) aangepast.
In het besluit zijn goedkeuringen ten aanzien van de volgende onderwerpen toegevoegd:
Uitstel van betaling van belastingschulden – De gevolgen van de coronacrisis geven aanleiding voor een tijdelijk soepeler beleid. De staatsecretaris geeft daarom goedkeuringen voor de volgende vijf situaties, al dan niet onder voorwaarde: drie maanden geen invorderingsmaatregelen, uitstel langer dan drie maanden, verklaring derde-deskundige, samenloop uitstelvormen, geen verrekening.
Betalingsverzuimboeten – De staatssecretaris keurt goed dat verzuimboeten voor betalingsverzuimen begaan in de periode van 12 maart 2020 tot aan de datum waarop het uitstel van betaling van dit besluit eindigt, worden geacht niet te zijn opgelegd. Als een verzuimboete wordt opgelegd, zorgt de ontvanger ervoor dat deze ambtshalve worden vernietigd. Deze goedkeuring geldt voor alle belastingmiddelen waarvoor de tijdelijke bijzondere uitstelregeling van dit besluit geldt.
Mededelingsplicht bodemrecht – Twee goedkeuringen ten aanzien van meldingsplicht.
Verklaring betaalgedrag – De staatssecretaris keurt goed dat in afwijking van artikel 35.12.2 LI de ontvanger een schone verklaring betalingsgedrag afgeeft als voor de nageheven loonheffingen of voor de (door de uitlener verschuldigde) omzetbelasting ingevolge dit besluit uitstel van betaling is of zal worden verleend dan wel ingevolge dit besluit voor bedoelde naheffingsaanslagen geen invorderingsmaatregelen worden genomen.
Melding betalingsonmacht – De staatssecretaris keurt goed dat voor zover het verzoek om uitstel van betaling op grond van dit beleidsbesluit betrekking heeft op aangiftetijdvakken die eindigen na 1 februari 2020, het verzoek in voorkomend geval mede geldt als tijdige melding van betalingsonmacht als bedoeld in artikel 36, tweede lid IW. De melding wordt bovendien rechtsgeldig geacht, tenzij achteraf blijkt dat de betalingsonmacht niet hoofdzakelijk verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis.
G-rekening – Twee goedkeuringen inzake deblokkering en bij uitstel van betaling.
Een aantal van de hierboven genoemde goedkeuringen gelden niet voor de douane (onderdeel 14). Als bijlage is een lijst van de WHO toegevoegd met de indelingen van medische voorzieningen in verband met uitbraak COVID-19.
Het besluit van 14 april 2020, nr. 2020-6767, Stcrt. 22293 is ingetrokken.
Dit besluit werkt terug tot en met 12 maart 2020 met dien verstande dat onderdeel 2 (uitstel verschuldigdheid EB en ODE) terugwerkt tot 1 april 2020 en onderdeel 3 (invorderingsrente) terugwerkt tot 23 maart 2020. De onderdelen 11 tot en met 14 (de hierboven genoemde goedkeuringen) vervallen op 19 juni 2020.
Bron: MvF 22-04-2020, nr. 2020-8499 (Stcrt. 2020, 23814)
Onderzoek naar effect 100 belastingmaatregelen
Een btw-stelsel met een uniform tarief draagt bij aan een betere werking van de economie en minder uitvoeringskosten. Dit is een van de conclusies over de effecten van bijna honderd belastingmaatregelen die het Centraal Planbureau heeft gepubliceerd in Kansrijk belastingbeleid.
In de publicatie presenteert het CPB de verwachte effecten op economische indicatoren, zoals arbeidsaanbod en investeringen, herverdeling en het overheidsbudget. De onderzochte beleidsmaatregelen beslaan een breed terrein. Het gaat om wijzigingen in de inkomstenbelasting en toeslagen, belastingen op ondernemingen en overige kapitaalinkomens, indirecte belastingen en belastingen om klimaat- en milieuvriendelijk gedrag te stimuleren
De publicatie verschijnt middenin de coronacrisis. Van de maatregelen worden vooral de structurele effecten beschreven. In een aantal gevallen zullen bepaalde budgettaire effecten op korte termijn anders zijn dan op het moment van schrijven was voorzien. Dat geldt vooral voor de budgettaire effecten van maatregelen bij de vennootschapsbelasting.
Bron: CPB, 21-01-2020
‘Nederland werkt door’
Via de lancering van het platform ‘NLWerktDoor’ brengen werkgevers- en werknemersorganisaties, gemeenten en de landelijke overheid vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samen. Dit maakt snelle matches in de regio mogelijk om mensen tijdens deze crisis aan het werk te houden en sectoren van voldoende personeel te voorzien.
Het werk ligt in verschillende sectoren stil waardoor banen op het spel staan. UWV registreerde eind maart 250.000 lopende WW-uitkeringen, een toename van 10.000 ten opzichte van een maand eerder. Tegelijkertijd zijn er ook bedrijven die in deze moeilijke periode juist staan te springen om extra mensen, zoals de zorg, land- en tuinbouw of logistiek. Voor hen is het online platform NLWerktDoor opgericht.
Werkgevers kunnen met hun vraag naar personeel naar het platform www.NLwerktdoor.nl gaan. Het platform geleidt de vraag van werkgevers door naar één van de 35 regionale werkgeversservicepunten (WSP’s), een samenwerkingsverband tussen UWV, gemeenten en SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio. Het WSP maakt vervolgens een match tussen een openstaande vacature en n mensen die werkloos zijn geraakt.
Bron: Min. SZW, 23-04-2020
Concernbepaling NOW verruimd
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wijzigt de concernbepaling in de tijdelijke loontegemoetskomingsregeling NOW. Werkmaatschappijen die door de corona¬crisis meer dan 20% omzetverlies hebben maar behoren tot een concern dat niet aan die voorwaarde voldoet, mogen toch de NOW aanvragen.
Concerns waarvan een werkmaatschappij een beroep doet op de regeling moeten verklaren dat ze over 2020 geen dividend uitkeren, bonussen uitkeren of eigen aandelen inkopen. Daarnaast is een akkoord nodig met de vakbond over werkbehoud. Of bij werkmaatschappijen met minder dan twintig werknemers een vertegenwoordiging van werknemers. Ook komen er extra eisen die door de accountant worden getoetst. Deze verruiming wijzigt de hoofdwerking van de NOW niet. De NOW blijft ook voor de werkmaatschappijen gebaseerd op het omzetverlies ten opzichte van de omzet in 2019 en de loonsom van januari 2020 of november 2019.
Aanleiding voor verruiming is een door de Tweede Kamer ingediende motie. Daarnaast werd verzocht om aanvullende maatregelen voor (structureel) werkbehoud bij organisaties met een seizoenspiek.
Bron: Min. SZW, 22-04-2020
Wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021 ingediend
Financiën heeft de Fiscale verzamelwet 2021 ingediend bij de Tweede Kamer. De wens is om deze maatregelen per 1 januari 2021 in werking te laten treden.
In het wetsvoorstel zijn de volgende wijzigingen voorgesteld:
Contante giften komen niet langer in aftrek.
Contante giften zijn weliswaar een belangrijke inkomstenbron voor goede doelen, maar bestaan voornamelijk uit collectes, bijvoorbeeld aan huis of op straat. Mensen die op deze manier bijdragen aan goede doelen, doen dit niet met het oog op gebruikmaking van de giftenaftrek en ontvangen in de regel ook geen kwitantie voor deze giften zodat giftenaftrek ook onder de huidige regeling niet mogelijk is. Daarom voorgaande wordt voorgesteld dat contante giften niet langer voor de giftenaftrek in aanmerking komen.
Beperking automatische toekenning van de status van ANBI.
Voorgesteld wordt de automatische toekenning van de ANBI-status te beperken.
Aanscherping integriteitstoets ANBI’s
Er kan uitsluitend sprake zijn van een ANBI indien de instelling het algemeen nut beoogt en met haar werkzaamheden uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (voor ten minste 90%) het algemeen nut dient en voldoet aan de overige voorwaarden. De vraag of een instelling het algemeen nut beoogt en dient, wordt beantwoord aan de hand van de feiten en omstandigheden van het betreffende geval.
Technische aanpassing van de Successiewet 1956
De operationalisering in het nationale recht van de kennisgeving liquide middelen en de nieuwe Verordening liquide middelen
Verduidelijken belastingplicht kansspelen op afstand
Kansspelbelasting wordt geheven van degene die gelegenheid geeft tot deelname aan binnenlandse casinospelen en internetkansspelen, de vergunninghouders (voor het exploiteren) van kansspelautomatenspelen en de gerechtigden tot prijzen van andere binnenlandse en buitenlandse kansspelen zoals bijvoorbeeld een loterij.
Invoering delegatiegrondslag voor een compensatieregeling
Een aantal meer technische maatregelen
Bron: Fiscale Verzamelwet 2021, 14-04-2020
Bijna 100.000 NOW-aanvragen
In de eerste twee weken zijn bij UWV ruim 97.000 aanvragen ingediend voor de NOW-regeling. Inmiddels heeft UWV ruim € 1,5 miljard overgemaakt aan 81.000 werkgevers. Samen hebben zij ruim 1,3 miljoen werknemers in dienst. Het geschatte omzetverlies is gemiddeld 73%.
Werkgevers kunnen sinds maandag 6 april een aanvraag voor de NOW indienen bij UWV. In de eerste week kwamen er zo’n 79.000 aanvragen binnen. In de tweede week zijn daar nog zo’n 18.000 aanvragen bijgekomen. Iedere dag komen er nog steeds duizenden aanvragen binnen. Werkgevers hebben in principe nog tot eind mei de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen. Inmiddels zijn bijna 81.000 aanvragen gehonoreerd en is in totaal ruim € 1,5 miljard overgemaakt. Het gaat bij al deze betalingen om de eerste termijn van het berekende voorschot. Deze werkgevers ontvangen later dus nog twee termijnen. Tot nu toe zijn zo’n 4000 aanvragen afgewezen omdat ze niet voldoen aan de gestelde voorwaarden, bijvoorbeeld omdat er geen loonsom is in januari. De NOW biedt niet voor alle ondernemers een adequate oplossing, zoals voor werkgevers die te maken hebben met seizoenspieken of werkgevers die pas net begonnen zijn. Hierover vindt overleg plaats met het ministerie.
Bron: UWV.nl, 17-04-2020